Veel media aandacht voor gewasbestrijdingsmiddelen
Afgelopen jaar waren beschermingsmiddelen (of pesticiden) volop in het nieuws, onder andere de discussies rond het verlengd toestaan van glyfosaat. Hoogleraar neurologie Bas Bloem (Radboud Universitair Medisch Centrum, Nijmegen) benadrukte regelmatig dat gewasbeschermingsmiddelen één van de belangrijke veroorzakers zijn van de ziekte van Parkinson. Onthullingen over de intensieve lobby van chemieconcerns richting de Europese parlementariërs riep flinke weerstand op. Recent heeft de Robin Food Coalition tijdens de actie ‘Piskijker’ urine van bekende Nederlanders geanalyseerd op aanwezigheid van glyfosaat.
Verschillende recente onderzoeken geven meer inzicht in de effecten van gewasbeschermingsmiddelen op de gezondheid van mens en dier, en de manier waarop we met deze middelen in aanraking komen. Tijdens de Algemene Ledenvergadering van De Natuurweide gaf Nick van Eekeren, onderzoeker bij het Louis Bolk Instituut, een overzicht van de uitkomsten van een aantal interessante onderzoeken.
Vooruitlopend op de presentatie van verschillende onderzoeksresultaten stelde Nick van Eekeren dat de biologische landbouw nadrukkelijker kan uitdragen geen gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken. De resultaten van de diverse onderzoeken geven daar alle aanleiding voor.
Onderzoeksresultaten
Wageningen University & Research deed, in het kader een door de EU gefinancierd SPRINT-project, onderzoek naar aanwezigheid van residuen van gewasbeschermingsmiddelen bij boeren in huis. In het onderzoek werden residuen van 170 verschillende middelen aangetroffen. Een deel (29%) van die middelen is al lang geleden verboden maar de residuen worden nog steeds aangetroffen. Vooral in huisstof werden residuen gevonden: 144 verschillende gewasbeschermingsmiddelen, in vaak hoge concentraties. Bij de biologische boeren die meededen aan het onderzoek, was het aantal aangetroffen middelen vergelijkbaar maar de concentratie van de residuen lag tien keer lager.
De sterke afname van het aantal insecten in de laatste decennia was voor het Louis Bolk Instituut aanleiding om onderzoek te doen naar residuen van gewasbeschermingsmiddelen. Dit was mede ingegeven door onderzoek van Magriet Mantingh en Jelmer Buijs. Het Louis Bolk Instituut heeft met name onderzoek gedaan naar residuen in de bodem, het stro, voer en mest. In het onderzoek naar residuen van gewasbeschermingsmiddelen in stro werden lage gehaltes residuen aangetroffen in biologisch stro maar aanzienlijk hogere gehaltes in gangbaar stro (17 keer zoveel). Ook het aantal aangetroffen gewasbestrijdingsmiddelen was bij biologisch stro flink lager (42%).
Bij het onderzoek naar residuen van gewasbeschermingsmiddelen in voeders en mest werden lage gehaltes residuen in biologisch krachtvoer gevonden maar hoge gehaltes in gangbaar krachtvoer. Insecticiden zoals cypermethrin kwamen in hoge concentraties voor. Deze residuen in mest hebben grote effecten op insecten die in mest hun voeding vinden. Het evenwicht tussen mestkevers en mestvliegen raakt verstoord doordat bepaalde soorten gevoeliger zijn voor gewasbeschermingsmiddelen. Het onderzoek liet zien dat vooral mestkevers sterven door residuen van gewasbeschermingsmiddelen. Bij het onderzoek werd in gangbare mest slechts de helft van het aantal mestkevers aangetroffen in vergelijking met biologische mest.
Alternatieve oplossingen
Nick van Eekeren benoemde dat er meer moet worden ingezet op alternatieven om hinder van insecten, bijvoorbeeld vliegen in de stal, tegen te gaan. De biologische melkveehouders Arjen en Gertjan Kool ontwikkelden een vliegenvanger die koeien van vliegen verlost terwijl ze door een soort wasstraat lopen. Erfbeplanting kan helpen om erkende vliegenvangers als zwaluwen en vleermuizen aan te trekken. Het tweewekelijks roeren van de mest in de mestkelder zorgt ervoor dat larven in de mest worden onder gemixt, voor ze als vliegen de stal opzoeken.
De verschillende onderzoeken maken duidelijk dat residuen van gewasbeschermingsmiddelen een groot effect hebben op gezondheid van mens en dier. Residuen komen terecht in bodem, gewas, voer, voedsel, mest, dieren en mensen. Sommige van deze stoffen blijven in de kringloop circuleren omdat ze maar langzaam worden afgebroken. Met langdurig schadelijke effecten tot gevolg. Het feit dat de biologische landbouw geen gewasbeschermingsmiddelen gebruikt, maakt de waarde van de biologische landbouw dus alleen maar groter. Nick van Eekerens suggestie om dat als sector veel meer uit te dragen is dus niet alleen goed voor de sector zelf maar ook voor bodem, voedsel, dier en mens.