Gedeputeerde Harold Zoet van de provincie Gelderland heeft een werkbezoek gebracht aan De Natuurweide, op het bedrijf van Joost en Sandra van Dam in Hattem. De aanleiding voor het bezoek was het feit dat meerdere biologische melkveehouders, nabij Natura 2000 gebieden, zijn bestempeld als piekbelasters. Terwijl ze met hun extensieve bedrijfsvoering uitstekend passen op die locaties. Een aantal van hen was bij het gesprek aanwezig om hun situatie en zorgen toe te lichten. Daarnaast was tijdens het bezoek aandacht voor de knelpunten die biologische boeren ervaren bij het pachten van (natuur)gronden en de inspanningen om de biologische consumptie te stimuleren.
Harold Zoet erkende in het gesprek met de betreffende melkveehouders dat Aerius als rekenmodel voor emissie niet voldoet. Hij wees op het belang van sensoren om daadwerkelijke emissies te kunnen meten. Op verschillende plaatsen worden deze momenteel in stallen getest. De Natuurweide-voorzitter Sybrand Bouma erkende het nut van stalmetingen maar gaf aan dat de situatie bij biologische bedrijven, met relatief veel meer weidegang, ingrijpend anders is. Dit wordt echter niet meegenomen in de rekenmodellen en het meten in stallen lost dat niet op. Gerard Migchels, programmamanager bij Wageningen University & Research en projectleider van de Pilot BioMonitor, onderbouwde dit met cijfers uit o.a. de pilot en het Netwerk Praktijkbedrijven, waarvan hij ook projectleider is. Daaruit blijkt dat stikstof- en ammoniakemissies op biologische melkveehouderijen tienstallen procenten per hectare lager liggen. Hierover heeft hij vorig jaar een rapport geschreven in opdracht van het ministerie van LNV. Hoewel technologische innovatie een oplossingsrichting is, blijkt er dus ook veel winst te halen uit managementmaatregelen. Voorbeelden daarvan zijn uitgebreide weidegang, beperken van vermenging van urine en mest in de stal, mest uitrijden bij gunstige weersomstandigheden (geen wind) en het optimaliseren van voedermanagement.
Gedeputeerde Zoet sprak de hoop uit dat we het begrip ‘piekbelaster’ snel achter ons kunnen laten. Veel zal daarbij afhangen van een nieuw kabinet. De provincie Gelderland is echter bereid om de ruimte die ze heeft om oplossingen te bieden, op te rekken. Harold Zoet verwoordde het als: “We kijken naar wat wél kan.” Deze intentie komt terug in subsidieregelingen maar ook in vergunningverlening. Daarnaast ondersteunt de provincie boeren die, ondanks de status van ‘piekbelaster’, door willen gaan met hun bedrijf. Dit gebeurt onder andere door het met boeren opstellen van een ondernemingsplan, afgestemd op de gewijzigde omstandigheden en benodigde aanpassingen.
De provincie haakt aan bij initiatieven van consumenten of andere partijen in de keten tussen producent en consument om verantwoorde en duurzame voeding te stimuleren. Een voorbeeld hiervan is Biostad Zutphen, een door consumenten opgezet initiatief dat de waarde van gezonde en duurzame biologische voeding combineert met de kracht van het lokale aspect: weten wat je eet en wie het heeft geproduceerd. Daarnaast hecht de provincie grote waarde aan het inzicht geven in de agrarische sector en het vergroten van kennis over de productie van voedsel. De Natuurweide heeft aangegeven in toekomstige initiatieven een rol te willen vervullen.
Ten aanzien van het vraagstuk van pacht van (natuur)gronden, bleek dat de provincie worstelt met het Didam arrest. In dit arrest heeft de Hoge Raad bepaald dat overheden alle geïnteresseerde kopers, huurders of pachters volgens het gelijkheidsbeginsel moet behandelen. Grond die door een biologische boer is gepacht en het predicaat ‘biologisch’ heeft, verliest die status als een gangbare boer de grond pacht en gebruikt. Waarmee eerdere inspanningen, die aansluiten bij natuurdoelstellingen, tevergeefs zijn geweest. Vervolgens duurt het jaren voordat, in een eventuele volgende pachtperiode, opnieuw de switch naar SKAL-gecertificeerde biologische grond kan worden gemaakt. Harold Zoet heeft aangegeven zich te zullen verdiepen in de mogelijkheden die er zijn om dit op te lossen.