Dierdagdosering (DDD)
In de biologische melkveehouderij wordt gebruik van antibiotica zo veel mogelijk beperkt. Alleen als het onvermijdelijk is uit het oogpunt van dierenwelzijn, zal de dierenarts antibiotica voorschrijven. Het gebruik van antibiotica wordt, als onderdeel van de Aanvullende Normen, gemonitord. Per bedrijf wordt toepassing van antibiotica uitgedrukt in de Dierdagdosering (DDD), alle dagdoseringen in een jaar opgeteld en gedeeld door het aantal koeien op een bedrijf. De norm in de Aanvullende Normen is 0,75. Gerekend over alle dieren van een bedrijf mag gemiddeld per dier maximaal 0,75 dagdosering toegediend worden in een jaar. De dierenarts registreert het gebruik van antibiotica. Deze gegevens worden tijdens de controle door Qlip beoordeeld.
Herstelacties bij niet voldoen aan norm DDD
Hieronder leest u welke herstelacties een melkveehouder dient te ondernemen bij het niet voldoen aan de DDD-norm in het programma AN.
Eerste keer niet voldoen aan norm DDD
De dierdagdosering van het laatste jaar moet lager dan zijn dan 0,75 zijn of lager dan 0,75 gemiddeld over de laatste drie jaar. Bij het niet voldoen aan deze norm (tijdens een controle door Qlip) geldt een zogenaamde ‘Grote afwijking’. De melkveehouder moet dan als herstelactie een Verbeterplan DDD opstellen. Dit moet binnen vier weken, ondertekend door de bedrijfseigen dierenarts, worden verstuurd naar Qlip. Dit verbeterplan bevat acties die uitgevoerd worden tot de eerstvolgende reguliere controle voor de AN.
Tweede, achtereenvolgende keer niet voldoen aan DDD-norm
Indien Qlip bij de eerstvolgende controle (dus voor de tweede achtereenvolgende keer) een overschrijding van de norm constateert, moet de melkveehouder:
• een Plan van Aanpak opstellen met een gespecialiseerde dierenarts samen met de bedrijfseigen dierenarts. De veehouder kan zelf een expert kiezen. Deze expert zal, na een bedrijfsbezoek, gezamenlijk met de veehouder en de eigen dierenarts het Plan van Aanpak DDD opstellen. De kosten hiervan zijn voor rekening van de veehouder. Het Plan van Aanpak DDD moet worden ondertekend door de veehouder, de gespecialiseerde dierenarts en de bedrijfseigen dierenarts.
• zich binnen 4 weken opgeven voor de Cursus Reductie antibioticagebruik in de melkveehouderij. De kosten voor deze cursus zijn voor rekening van de melkveehouder.
Het Plan van Aanpak DDD en de aanmeldbevestiging voor de cursus moeten worden opgestuurd aan Qlip. De communicatie vanuit Qlip is hierbij leidend. Zij verstrekken het adres waar de documenten naar toe gestuurd moeten worden.
Gespecialiseerde dierenartsen vanuit Programma AN
De dierenartsen die u kunt inschakelen voor het opstellen van een Plan van Aanpak (bij een tweede keer niet voldoen aan de DDD-norm) zijn:
David Speksnijder, tel. 0348 442653, dspeksnijder@ulp.nu.
Liesbeth Ellinger, tel 055-3574347, l.ellinger@centaurea.nl
Anne-Lynn Geertshuis, tel. 06-20469304, annelynn.geertshuis@hipra.com
Cursus Reductie antibioticagebruik in de melkveehouderij
Naast het opstellen van een Plan van Aanpak DDD moet een melkveehouder een cursus volgen over het reduceren van antibioticagebruik. Meer over deze cursus leest u hier.
Wat te doen bij niet voldoen aan de norm?
Naast de hier boven genoemde herstelacties, is het belangrijk om het gebruik van antibiotica voortdurend goed te monitoren. Bij (dreigende) overschrijding van de norm kunt u uiteraard een collega met kennis van zaken om advies vragen. Daarnaast heeft Wageningen University & Research een praktisch handboek opgesteld over natuurlijke gezondheidszorg voor vee. Tenslotte kunt u ook contact opnemen met de contactpersoon bij De Natuurweide, Harrie Janssen, om te bespreken welke stappen zinvol zijn (telefoonnummer: 06-11 455 772).