IFOAM principes: de wortels waaruit de biologische landbouw groeit en zich ontwikkelt
De IFOAM-beginselen vormen de wortels waaruit de biologische landbouw groeit en zich ontwikkelt. Zij laten hiermee tevens zien welke bijdrage de biologische landbouw de wereld kan geven en ze zijn wereldwijd een visie voor verbetering van de algehele landbouw. Dit geldt zeker voor de inpassing van de IFOAM-beginselen in de Nederlandse biologische melkveehouderij.
Het is een doorlopend versterkend proces, waarbij gekeken wordt naar:
- wat de bijdrage van de biologische melkveehouderij voor de Nederland is, via onderbouwend wetenschappelijk onderzoek en monitoring;
- doorontwikkeling/ontwikkelagenda van de biologische melkveehouderij. De biologische sector geeft hierbij input op de Nederlandse interpretatie en uitvoering van de Europese biologische verordening. Vanuit de melkveesector worden daar bovenop voortschrijdende inzichten en behoeften in de Aanvullende Normen opgenomen;
- de balans met andere biologische sectoren. Dit gebeurd via het Biohuis, waarin alle biologische sectoren samenkomen;
- de gehele keten (van biologische producent t/m de biologische consument). Dit gebeurd o.a. via alle Nederlandse biologische zuivelorganisaties.
Verder wordt de biologische landbouw op dit moment in Nederland gezien als een van de transitiepaden. De biologische melkveehouderij is daarbij een belangrijke sector, waarbij het transitiedoel parallel loopt met de doelen van de IFOAM-beginselen.
Holistische benadering
De IFOAM-beginselen kijken naar (de ontwikkeling van) het gehele systeem. Het gaat hierbij dus niet alleen om het biologische melkveebedrijf zelf, maar ook om het creëren van de juiste omstandigheden/kaders. Gericht beleid, juridische erkenning, (eerlijke) samenwerking binnen de keten (t/m consument) en met andere biologische sectoren. Door de IFOAM-beginselen op de juiste wijze te implementeren wordt het biologische transitiepad nog waardevoller.

Beginselen van de Biologische Landbouw
IFOAM:
Beginselen van de Biologische Landbouw
De IFOAM-beginselen vormen de wortels waaruit de biologische landbouw groeit en zich ontwikkelt. Zij laten hiermee tevens zien welke bijdrage de biologische landbouw de wereld kan geven en ze zijn wereldwijd een visie voor verbetering van de algehele landbouw.
De Biologische Landbouw is gebaseerd op:
– Het Beginsel van Gezondheid
– Het Beginsel van Ecologie
– Het Beginsel van Billijkheid
– Het Beginsel van Zorg
De beginselen van de Biologische Landbouw
Beginsel van Gezondheid
De Biologische Landbouw moet de gezondheid van bodem, plant, dier, mens en de planeet als een ondeelbaar geheel in stand houden en versterken.
Dit Beginsel beschrijft dat de gezondheid van individuen en gemeenschappen niet gescheiden kan worden gezien van de gezondheid van ecosystemen. Een gezonde bodem levert gezonde gewassen, die de
gezondheid van dieren en mensen ondersteunen.
Gezondheid is de heelheid en integriteit van levende systemen. Het is niet alleen de afwezigheid van ziekte, het gaat om het in standhouden van lichamelijk, mentaal, sociaal en ecologisch welbevinden. Sleutelkenmerken van gezondheid zijn immuniteit, veerkracht en regeneratie.
De rol van de biologische landbouw – zowel in productie, verwerking, distributie of consumptie – is het in standhouden en versterken van de gezondheid van ecosystemen en organismen, van de kleinste bodemorganismen tot en met de mensen.
Meer specifiek wil de biologische landbouw voedsel van hoge voedingswaarde produceren, dat bijdraagt aan preventieve gezondheidszorg en welzijn. Mede daarom vermijdt de biologische landbouw het gebruik van kunstmatige meststoffen, pesticiden, diermedicijnen en voedseladditieven die mogelijkerwijs een negatief effect op de gezondheid kunnen hebben.
Beginsel van Ecologie
De Biologische Landbouw moet gebaseerd zijn op levende ecologische systemen en kringlopen, met hen meewerken, ze versterken en in stand houden.
Dit Beginsel zegt dat biologische productie een onderdeel moet zijn van ecologische processen en kringlopen. Het welbevinden en het voeden van dieren en gewassen wordt bereikt door uit te gaan van hun natuurlijke plek in het ecosysteem. In het geval van gewassen is dat de levende aarde, voor landbouwhuisdieren is dat een bedrijfssysteem dat past bij hun diereigenheid, voor vissen en andere waterorganismen is dat hun aquatische omgeving.
De biologische landbouw, het grazen van vee in natuurgebieden en het verzamelen van wilde planten moeten aan de ecologische evenwichten en natuurlijke kringlopen aangepast worden. Deze kringlopen zijn universeel, maar hun uitwerking is plaatsgebonden. Het biologisch management moet aangepast zijn aan de lokale omstandigheden, ecologie, cultuur en schaal. Inputs moeten gereduceerd worden door hergebruik en efficiënt management van grondstoffen en energie, met als doel om de kwaliteit van de omgeving in stand te houden of te verbeteren en het grondstoffengebruik te reduceren.
De biologische landbouw moet ecologisch evenwicht nastreven vanuit zijn productiesystemen, door agrarisch natuurbeheer en het behouden van agrobiodiversiteit. Diegenen die biologische producten produceren, verwerken, verhandelen of consumeren moeten het gezamenlijke milieu – inclusief landschappen, klimaat, groeiplaatsen, biodiversiteit, lucht en water – beschermen en verbeteren.
Beginsel van Billijkheid
De Biologische Landbouw moet gebaseerd zijn op relaties die billijkheid waarborgen m.b.t. de gemeenschappelijke omgeving en ontwikkelingsmogelijkheden. Sleutelwoorden om billijkheid te karakteriseren zijn gelijkwaardigheid, respect, rechtvaardigheid en rentmeesterschap in een gezamenlijke wereld, zowel van mensen onderling als in hun relaties tot andere levende wezens.
Dit Beginsel benadrukt dat alle bij de biologische landbouw betrokkenen hun relaties zo vorm moeten geven, dat billijkheid geldt op elk niveau in de keten en voor alle partijen: boeren, personeel, verwerkers, vervoerders, handelaren en consumenten. De biologische landbouw moet alle betrokkenen een goede levenskwaliteit verschaffen en bijdragen aan voedselzekerheid en afname van armoede. Het streeft wereldwijd een eerlijke voedselverdeling na.
Dit Beginsel vereist ook dat dieren leefruimte gegeven wordt, overeenstemmend met hun fysiologie, natuurlijke gedrag en welzijn. De natuurlijke hulpbronnen, die voor productie en consumptie gebruikt worden, moeten beheerd worden op een wijze die sociaal en ecologisch rechtvaardig is. Bovendien moeten de hulpbronnen bewaard blijven voor komende generaties.
Billijkheid vraagt om productie-, distributie- en handelssystemen die transparant en rechtvaardig zijn en de werkelijke sociale en milieukosten in rekening brengen.
Beginsel van Zorg
De Biologische Landbouw moet met voorzorg en verantwoordelijkheid worden beoefend, om de gezondheid en het welzijn van de huidige en toekomstige generaties en hun leefomgeving te beschermen.
De biologische landbouw is een levend en dynamisch systeem dat reageert op interne en externe behoeften en omstandigheden. Zij die de biologische landbouw toepassen kunnen de efficiëntie verbeteren en de productie verhogen, maar dit mag niet ten koste gaan van gezondheid en welzijn. Daarom moeten nieuwe technologieën worden beoordeeld en bestaande geëvalueerd. Vanwege ons beperkte begrip van ecosystemen en landbouw moet zorgvuldig worden gehandeld.