Onderzoek LBI: modelmatige berekening ammoniakemissie moet bedrijfsspecifieker

Het Louis Bolk Instituut heeft onderzoek gedaan naar de ammoniakemissie bij 23 melkveebedrijven verspreid over Nederland. Het doel was om te onderzoeken hoe metingen van voer, melk, en mestkwaliteit gebruikt kunnen worden als voorspeller van de bedrijfsspecifieke ammoniakemissie. Via pluimmetingen, benedenwinds van het bedrijf, werd vier keer per jaar de ammoniakemissie van de bedrijven gemeten. De metingen werden aan het einde van het stalseizoen uitgevoerd om de emissie in de stalperiode zo goed mogelijk te benaderen. De metingen binnen een bedrijf hadden een lagere variatie dan tussen de verschillende bedrijven. Daarmee geven ze een betrouwbaar beeld van de emissie op dat moment en zijn de data geschikt om verschillen tussen bedrijven te bepalen. Of deze pluimmetingen representatief zijn voor de stalemissie is afhankelijk van het management van de dag, zoals mestmixen of de mate van ventilatie. Management en stalfactoren hadden in bepaalde gevallen waarschijnlijk een sterke invloed op de emissie op dagniveau. Dit beïnvloedde de representativiteit van de pluimmetingen voor de hele stalperiode. Pas bij metingen op meerdere dagen maken metingen representatief, volgens de onderzoekers.

Deze studie geeft een eerste basis voor een meer bedrijfsspecifieke benadering van ammoniakemissies. Het doel is om modellen te ontwikkelen die de werkelijke ammoniakemissie beter benaderen
door rekening te houden met de variatie in voer- en mestkwaliteit. Hiervoor zijn meer en herhaalde ammoniakemissiemetingen nodig waarmee verbanden met bedrijfsdata en -management beter gelegd kunnen worden.

Meer koeien permanent op stal staat, toename weidegang bij biologisch

In 2024 nam het aantal koeien dat permanent op stal stond toe met 50.000, oftewel 12%. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. In totaal stonden in 2024 ruim 464.000 koeien permanent op stal. In Nederland zijn 1,5 miljoen melkkoeien. Na enkele jaren van afname groeit daarmee het aantal koeien dat niet geweid wordt.

Bij biologische melkveebedrijven nam de weidegang in 2024 juist toe naar 202 dagen gemiddeld (+3 dagen). Op niet-biologische bedrijven kwamen melkkoeien tot gemiddeld 150 dagen weidegang (-6 dagen). In 2024 stonden koeien bij biologische bedrijven 39% van alle weidedagen ook ‘s nachts buiten. In 2023 was dat nog iets hoger (41%).

Boomwallen helpen hittestress bij vee voorkomen

Studenten van Hogeschool Van Hall Larenstein hebben op kleine schaal veldonderzoek gedaan naar het gedrag van melkkoeien bij hogere temperaturen, bericht Ekoland. Uit het onderzoek bij twee melkveebedrijven in de noordelijke Friese Wouden bleek dat melkkoeien zich bij hogere temperaturen anders gedragen als er schaduwplekken beschikbaar zijn. Als de temperaturen oplopen, beperken koeien hun inspanningen om oververhitting te voorkomen. Boven de 27 graden grazen koeien minder en rusten ze meer.

Het gedrag van melkkoeien bij hogere temperaturen werd vergeleken op twee melkveebedrijven. Op een van de bedrijven konden de koeien een schaduwrijke stal in, op het andere bedrijf niet. Koeien zonder toegang tot de stal graasden meer maar herkauwden minder. Koeien mèt toegang tot de stal, waren meer in beweging. Ze graasden minder maar herkauwden meer. Herkauwen is een belangrijke graadmeter voor het welzijn van koeien en cruciaal voor een goede spijsvertering.

Een aanvullende enquête onder melkveehouders liet zien dat veel boeren zich bewust zijn van de kans op oververhitting. Ze treffen maatregelen zoals ventilatie in de stal, beschikbaar maken van extra water en schaduw in de weide. Boomwallen worden door een deel van de boeren als een goede optie gezien, maar er zijn ook praktische bezwaren, zoals de kosten voor aanleg en het extra werk dat gemoeid is met aanleg en onderhoud.

Biologische melkprijs blijft op niveau

Na maanden van prijsstijgingen voor gangbare melk, dalen deze in de maand augustus. De biologische melkprijs blijft echter wel op niveau, zo meldt Nieuwe Oogst. De garantiemelkprijs van Friesland Campina voor gangbare melk daalt in augustus met € 0,50 naar € 56,25 per 100 kg. De gangbare melkprijs van A-ware daalt met € 0,75 naar 59,44. De biologische prijs blijft stabiel op € 66,50 bij Friesland Campina en € 67,90 bij A-ware.  Bij Eko-Holland blijft de biologische melkprijs stijgen: met € 0,40 naar € 69,00. Biologisch-dynamische melk ligt met € 74,00 nu € 0,40 hoger.

Waar normaal gesproken de melkproductie in de zomer wat minder is, bleef die tot nu toe op niveau. Daar waar de consumptie van melk en kaas in de EU afnam, stijgt deze nu weer. ZuivelNL Zuivelanalist Martin Valstar van ZuivelNL ziet op de lange termijn wel weer een daling: “Tegelijkertijd voorspellen de FAO en Europese Commissie dat de melkproductie in de EU gaat dalen. De zelfvoorzieningsgraad daalt daarmee ook. Die is nu 115 procent. Dat betekent dat de rol van de EU op het wereldtoneel verandert. Mogelijk worden we in de toekomst zelfs importeur voor bepaalde producten.”

Climate Farm Demo bijeenkomsten in september

In de maand september vinden op vier verschillende bedrijven interessante bijeenkomsten plaats in het kader van de Climate Farm Demo. Dit Europese project richt zich op het aanpassen van landbouwproductiesystemen aan klimaatverandering. Op demo-bedrijven in heel Europa worden slimme landbouwpraktijken en -oplossingen getoond en toegelicht. De demonstratiebijeenkomsten vinden plaats bij:

Arie Poot in Tinallinge (Gr.):  Meer verdienen door maximaal weiden en minimaal krachtvoer op 5 september
Jan en Johanneke Woudstra in Menaldum (Fr) : Klimaatbestendiger via voederhagen op 6 september
Marco van Liere in Esbeek (NB):Kurz rasen voor een hoge melkproductie op 16 september
Jos Elderink in De Lutte (Ov.):  Minder krachtvoer? Grasdrogen met zonnepanelen! op 24 september

Meer informatie over deze bijeenkomsten, locaties, tijdstippen en wijze van aanmelden vindt u in de agenda.

Drentse subsidie voor duurzame veehouderij

Melkveehouders in de provincie Drenthe kunnen een subsidie ontvangen van maximaal 13.000 euro voor verduurzaming van de bedrijfsvoering. Met de subsidie kunnen werken aan maatregelen die ten goede komen aan bodemkwaliteit, klimaat, water en biodiversiteit. Voor de subsidieregeling is 7,8 miljoen euro beschikbaar. Bedrijven moeten over actuele Kringloopwijzergegevens beschikken.

De subsidie wordt uitgekeerd op basis van behaalde resultaten zoals:
– verlaging van stikstof- en fosfaatoverschotten,
– minder uitstoot van ammoniak en broeikasgassen
– uitgebreidere weidegang en meer biodiversiteit
– efficiënter gebruik van eiwit van eigen land.

Aanvragen voor de subsidie kunnen worden ingediend tussen 12 augustus en 31 oktober.

 

Rabobank rapport: maatwerk nodig in veenweidegebieden

In een toekomstvisie voor de veenweidegebieden, pleit de Rabobank voor maatwerk in de verschillende veenweidegebieden. Er zijn gelijkenissen tussen de veenweidegebieden maar ook verschillen die een rol moeten spelen bij de aanpak in de veenweidegebieden in Friesland, Overijssel, Utrecht, Noord- en Zuid-Holland. Per gebied moet worden gekeken naar de optimale balans tussen de agrarische functie en de natuur. Extensieve bedrijfsvoering past goed in veenweidegebieden.

In deze gebieden, die zo’n 20% van alle grasland bevatten, vinden we 20% van alle melkveebedrijven. De veenweidegebieden kennen twee grote uitdagingen: bodemdaling en relatief hoge CO2-uitstoot door veenoxidatie. Overheden en waterschappen willen het waterpeil in veenweidegebieden verhogen maar worstelen met wetgeving en benodigde (technische) aanpassingen in de gebieden. Na de zomer wordt een nieuwe Nota Ruimte verwacht, als uitwerking van de Nationale Omgevingsvisie.

Voor melkveehouders zijn er verschillende beloningen voor inspanningen voor natuur, water en klimaat. Vanaf 2026 komt jaarlijks 500 miljoen euro extra beschikbaar voor agrarisch natuurbeheer. Hiervan komt 200 miljoen beschikbaar voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) zodat meer areaal waar vergoedingen worden toegekend aan boeren, wordt uitgebreid.

Cijfers ZuivelNL: bio melkveehouderij blijft groeien

Uit de jaarlijkse marktcijfers van Zuivel NL blijkt dat de biologische melkveehouderij in 2024 groeide, zowel in aantal bedrijven als in melkvolume. Ten opzichte van 2020 groeide het aantal biologische melkveebedrijven van 484 naar 538. Daarmee is het aandeel van biologische melkveebedrijven in het totaal aantal melkveebedrijven gestegen van 3,1% naar 3,9%. Het gemiddeld aantal melkkoeien per biologisch bedrijf nam in dezelfde periode toe van 82,7 naar 86,9 (+4,2). Gemiddeld over alle melkveebedrijven nam het aantal melkkoeien sterker toe: van 101,3 naar 111,2 (+9,9). De melkgift per koe nam op biologische bedrijven licht af, van 7.090 kg naar 7.050 kg (-40 kg). Gerekend over alle bedrijven nam de melkgift juist toe: van 9.133 kg naar 9.300 kg (+167 kg). De totale biologische melkproductie lag in 2024 op 343 miljoen kg. Dat is een toename ten opzichte van 2020 van 48 miljoen kg. Het aandeel ‘biologisch’ in de totale melkproductie nam toe van 2% in 2020 naar 2,4% in 2024.

Urgenda lanceert 7-vinkjesproject: steun voor natuurinclusieve landbouw

Urgenda heeft de details van haar zgn. 7-vinkjesproject bekend gemaakt. Met dit project wil Urgenda de transitie naar een natuurinclusieve landbouw stimuleren. Boeren die meedoen krijgen 19 jaar lang 1.000 euro per hectare om aan ‘7 vinkjes te voldoen’ zoals minder kunstmest en pesticiden, meer bomen en struiken en beter bodembeheer, koeien in de kruidenrijke wei en minder koeien per hectare. Het project komt voort uit Landinzicht, dat een toekomstscenario schetst voor gezonde voeding en verantwoord landgebruik in Nederland. De eerste 20 deelnemers starten dit jaar.

Urgenda stelt op haar website dat Nederland voor grote opgaven staat: schoner water, klimaatverandering remmen, natuur herstellen met een grote impact op het boerenbedrijven. De organisatie vindt dat de verantwoordelijkheid en risico’s niet enkel bij de boeren horen te liggen, maar bij de hele maatschappij. De eco-regelingen en agrarisch natuurbeheerbudgetten kennen de nodige administratieve rompslomp en onzekerheid. Om langduriger zekerheid te hebben, biedt een bijdrage van 1000 euro per hectare gedurende een periode van 10 jaar, meer mogelijkheden om maatregelen door te voeren en bedrijfsvoering aan te passen.

Belangstellenden kunne meer lezen op de speciale website van het 7-vinkjesproject.

Biologische koeien herstellen natuur op Terschellinger kwelder

Koeien van de Terschellinger biologische melkveehouder Corné Zorgdrager grazen sinds deze week op de Boschplaats op Terschelling. Op deze ruige kwelder lopen nu acht koeien, kruisingen van Fleckvieh, Brown Swiss en Holstein. Dit mengras koeien gedijt goed bij het eten van wat ruigere vegetatie. Niettemin zal Corné Zorgdrager de gezondheid van zijn koeien de komende periode goed in de gaten houden, zo vertelde hij aan Omrop Fryslân. Corné Zorgdrager is deelnemer aan het samenwerkingsverband Wad Extensief! in het kader van de project ‘Extensivering in en rond stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden’. Binnen dit vier jaar durende project werken melkveehouders in en anbij stikstofgevoleige Natura-2000 gebieden aan het verlagen van emissies en herstel van natuur. Het laten grazen van droge koeien (en mogelijk later ook nog enkele oudere kalveren) op de kwelder is een manier om zijn bedrijf nog extensiever te maken en het draagt bij aan herstel van kwetsbare, waardevolle natuur.

Boswachter Remi Hougee van Staatsbosbeheer legt bij Omrop Fryslân uit dat deze manier van beweiden uniek is voor de Boschplaat. De stap past binnen een bredere aanpak om de diversiteit en soortenrijkdom weer enigzins terug te brengen naar wat die ooit was. Door verruiging zijn plantensoorten en vogels (zoals de wulp) in de verdrukking gekomen. Hougee: “De koeien eten natuurlijk het grasachtige, voedzame spul ertussenuit. Dat is heel gunstig, want dan kunnen soorten die meer bij een kwelder horen daarvan profiteren. Dan kun je denken aan kattendoorn die er zo tussen staat, Engels gras en wat zuidelijker zit je ook in de lamsoorvegetatie.” Zie ook de reportage van Omrop Fryslân (vanaf minuut 6:15).