Biologisch keurmerk kent hoogste omzetgroei van alle duurzame keurmerken

Uit de jaarlijkse Monitor Keurmerken Retail, opgesteld door Circana, blijkt dat het biologische keurmerk in de supermarkten een omzetgroei had van 7,9%. Daarmee groeide het biologische keurmerk aanzienlijk sneller dan andere keurmerken zoals Beter Leven (+2,9%) en de viskeurmerken MSC (+1,8%) en ASC (+0,2%). De overige keurmerken (Fair Trade/Max Havelaar, On the way to PlanetProof, Rainforest Alliance en UTZ) kenden een lichte daling. Alle keurmerken tezamen groeiden met 2,8%. Dat is niet iets lager dan de omzetontwikkeling van voeding in supermarkten (3%). In de Monitor worden alleen onafhankelijk geborgde keurmerken meegenomen bij alle supermarkten, met uitzondering van Lidl en Aldi.

De omzetaandelen binnen de categorieën vis, vlees en eieren zijn inmiddels het hoogst. AGF, vleeswaren, zuivel, diervoeding en overige voedingsproducten hebben nog veel ruimte voor groei. Bij huismerken, goed voor een totaal omzetaandeel van 33,1%,  hebben duurzaamheidskeurmerken een omzetaandeel van 70%. Bij A-merken (goed voor 66,9% omzetaandeel) hebben keurmerken een aandeel van 30%.

Amandementen in EU parlement brengen toelating renure dichterbij

In het Europees Parlement zijn meerdere amendementen aangenomen die toelating van renure (‘kunstmest’ gemaakt van echte mest) dichterbij brengen, zo meldt Boerderij. Renure wordt gezien als een van de oplossingen voor het mestoverschot waarmee tegelijkertijd het gebruik van ‘echte’ kunstmest kan worden beperkt. Om gebruik van renure mogelijk te maken moet de wetgeving worden aangepast. Ook praktische en financiële aspecten van het op grotere schaal toepassen van renure vragen nog aandacht. De amandementen werden ingediend tijdens een debat over het verhogen van importheffingen voor kunstmest uit Rusland en Wit-Rusland.

Peilstations voor verder onderzoek naar dierenwelzijn

Vanuit de behoefte om beter inzicht te krijgen in dierenwelzijn, wordt gewerkt aan een project met verschillende peilstations om dierenwelzijn te meten. Voor schapen, geiten, melkkoeien en kalveren zouden peilstations moeten worden ingericht. De Natuurweide is betrokken bij het bespreken van de mogelijke aanpak en het bepalen van de indicatoren van dierenwelzijn. Behalve vertegenwoordigers van de verschillende sectoren waren ook dierenartsenorganisaties en de Dierenbescherming uitgenodigd mee te denken. De Faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Utrecht begeleidt het project.

De aandacht voor dierenwelzijn neemt steeds verder toe. In het biologische melkveehouderijsysteem speelt dierenwelzijn een belangrijke rol. Daarom zijn in zowel de Aanvullende Normen als de BioMonitor dierenwelzijnsaspecten opgenomen. Net als bij de BioMonitor is voor het bepalen van dierenwelzijnsgerichte maatregelen een holistische, integrale benadering belangrijk. Ter voorbereiding op het operationeel maken van peilstations is met stakeholders een set welzijnsindicatoren opgesteld, mede op basis van wetenschappelijke informatie. Deze welzijnsindicatoren sluiten aan op gedragsbehoeften die zijn geformuleerd door de European Food Safety Authority (EFSA) en de Quickscan Dierwaardige veehouderij.

In het projectvoorstel wordt bij melkkoeien, pinken en kalveren uitgegaan van vier categorieën bedrijven:
– gecertificeerd biologisch melkveebedrijf
– de 20% kleinste melkveebedrijven in de praktijk
– de 20% grootste melkveebedrijven in de praktijk
– overige melkveebedrijven (tussen 20% kleinste en 20% grootste melkveebedrijven)
Met deze selectie wordt aangenomen een goede doorsnede van bedrijven te bewerkstelligen met met verschillen in weidegang, melkmethode en staltypen. Mocht de selectie van bedrijven niet voldoende representatief zijn, dan wordt hierop bijgestuurd. Dierenartsen zullen de peiling uitvoeren door gedurende drie jaar tweemaal per jaar de welzijnsindicatoren te scoren.

 

Extra Urgenda-geld voor korting op zaad voor kruidenrijk grasland

Urgenda stelt nog eens 50.000 euro beschikbaar voor korting op zaad voor kruidenrijk grasland. Daarmee verdubbelt het aantal hectares waarvoor boeren korting kunnen krijgen op zaad voor kruidenrijk grasland. Dat meldt Duurzaam Ondernemen. De campagne 1001ha heeft sinds de start in 2020 2.000 melkveehouders en 500 akkerbouwers geholpen om in totaal 9.000 hectare kruidenrijk grasland en 2.500 hectare biodiverse akkermengsels in te zaaien. Hiermee werd gewerkt aan verbetering van de bodemkwaliteit, vergroting van de biodiversiteit en het verkleinen van de klimaatimpact. Klavers en andere vlinderbloemigen dragen daarnaast bij aan waterbergende capaciteit van land en toename van het aantal insecten. Ook draagt het bij aan reductie van stikstof- en CO2-emissie doordat op gangbare bedrijven het kunstmestgebruik kan worden teruggeschroefd. Urgenda berekent dat iedere hectare kruidenrijk grasland het gebruik van 500 kg kunstmest overbodig maakt, wat overeenkomt met 1.000 kg CO2.

Afgelopen winter gaf Urgenda ook korting op bomenpakketten tot 500 euro per boer. In totaal 180 boeren plantten 270.000 bomen en struiken.  Ook bomen en struiken verbeteren de bodem, leggen koolstof vast en werken als bemester door afvallende bladeren. Daarnaast profiteren vogels en insecten van de bomen en struiken.

‘Biologisch’ present op huismerkenbeurs

BuroBio, Export Partner, SKAL Biocontrole en Bionext staan op 20 en 21 mei met een gezamenlijke stand op de huismerkenbeurs PLMA (Private Label Manufacturers Association) in de Amsterdamse RAI, zo meldt Ekoland. De beurs is gericht op inkopers van met name de detailhandel (bijvoorbeeld supermarkten). Ze vinden daar de aanbieders van biologische producten die onder private label gevoerd kunnen worden.

Het biologische keurmerk zal er onder de aandacht worden gebracht als uithangbord en garantie dat producten zonder onnodige toevoegingen zijn geproduceerd. Met de gezamenlijke aanwezigheid op de husmerkenbeurs springen de organisaties in op de groeiende aandacht voor biologische voeding in o.a. het supermarktkanaal.

Milieuorganisaties stellen minister Wiersma ultimatum

Milieuorganisaties Mobilisation for the Environment en Vereniging Leefmilieu willen op korte termijn met minister Wiersma in gesprek over het stikstofbeleid, zo meldt de NOS. Vindt zo’n gesprek niet binnen twee weken plaats dan maken ze de stap naar de rechter. Beide milieuorganisaties vinden dat de nieuwe stikstofplannen van het kabinet onvoldoende. Ook vinden ze dat de tijd die wordt genomen voor uitvoering te lang. Partijen die de plannen moeten uitvoeren moeten ook nog de tijd krijgen om maatregelen uit te voeren.

De milieuorganisaties willen dat gesprekken met de minister leiden tot een evenwichtig maatregelenpakket. Gebeurt dat niet dan dreigen beide organisaties dreigen met nieuwe rechtszaken over megastallen en veehouderijen met hoge stikstofemissies. Ook PAS-melders kunnen met de gevolgen van nieuwe rechtszaken te maken krijgen.

Project ‘Natuurinclusief en biologisch’ organiseert praktische bijeenkomst op 22 mei

Het tweejarige project ‘Natuurinclusieve doorontwikkeling van de biologische landbouw’ wordt, in opdracht van het ministerie van LVVN, uitgevoerd door Bionext, Biohuis en het Louis Bolk Instituut (LBI). Als eerste stap is door enquêtes en veldonderzoek in kaart gebracht welke natuurinclusieve maatregelen al door boeren zijn genomen. Daarbij kwamen aspecten naar voren als het verminderen van ongewenste emissies op natuur, gebruik van natuurlijke processen (i.p.v. kunstmest en chemische gewasbescherming), zorg voor natuur, biodiversiteit en landschap en gebruik van gewasrotatie en groenbemesters. Het rapport ‘Biologisch en natuurinclusief‘ van LBI liet zien dat de gemiddelde biologische boer al veel doet voor ondergrondse en bovengrondse biodiversiteit.

In het kader van dit project vindt op donderdag 22 mei een bijeenkomst plaats bij biologische melkveehouderij Hillekenshoeve van Jack Verhulst in Etten-Leur. Tijdens deze bijeenkomst wordt het project toegelicht en is er een uitgebreide rondleiding over het bedrijf om de verschillende natuurinclusieve maatregelen te  bekijken. Onderzoeker Boki Luske van LBI beantwoordt vragen over natuurinclusieve maatregelen en Henk Smith, vicevoorzitter van BoerenNatuur en expert op gebied van ANLb, staat stil bij de mogelijkheden die het ANLb biedt. Meer informatie over het programma en aanmelden vindt u op de website van Bionext.

Bijeenkomst over drogen en verbeteren gras door grasdrogen

In het kader van het Europese project Climate Farm Demo is op woensdag 28 mei een bijeenkomst waarbij biologisch melkveehouder Jos Elderink zijn ervaringen zal delen over het drogen van gras. Met stroom, opgewekt met zonnepanelen, droogt hij het gras na waardoor de graskwaliteit aanzienlijk verbetert. Doordat onbestendige eiwitten bestendig worden tijdens het droogproces is minder krachtvoer nodig. Gezien de relatief grote CO2-voetprint van krachtvoer is dat ook nog eens gunstig voor het klimaat.

Bijeenkomst vindt plaats op melkveebedrijf Het Hengelman in De Lutte (Twente). Voor meer informatie en aanmelden kunt u terecht op de website van Climate Farm Demo.

Onderzoek Tessa Eeftink: Borging BioMonitor data belangrijk en complex

In Wageningen presenteerde Tessa Eeftink de bevindingen uit haar onderzoek naar de bronnen en borging van data die in de BioMonitor gebruikt worden. In het kader van haar studie aan de HAS Green Academy verdiepte Tessa zich in de beschikbaarheid, betrouwbaarheid en borgbaarheid van data. De BioMonitor geeft een holistisch, integraal beeld van een (biologisch) melkveebedrijf op gebied van o.a. natuur, klimaat, biodiversiteit en dierwaardigheid. Daarbij is het uitgangspunt dat ieder bedrijf zijn waarde heeft en dat de diversiteit van bedrijven met hun waardes bijdraagt aan het halen van doelen op gebiedsniveau. Waarmee extensieve (biologische en niet-biologische) bedrijven ook milieuruimte creëren voor intensievere melkveebedrijven. Voor provincies biedt dit de mogelijkheid met melkveebedrijven te werken aan gebiedsdoelen terwijl boeren toekomstperspectief hebben en houden en hun bedrijven kunnen voortzetten, eventueel met een biologische en/of extensievere bedrijfsvoering. Melkveehouders krijgen met behulp van de BioMonitor inzicht in hun bedrijven en kunnen werken aan optimalisatie van de bedrijfsvoering op onderdelen.

Tessa Eeftink benadrukte in de presentatie van haar onderzoek dat borging van data en zekerheid over de juistheid van data varieert per thema en indicator. Inzicht in de geleverde arbeid is voor de melkveehouder waardevol maar voor vergunningverleners of subsidieverstrekkers minder van belang. Daarentegen is borging en betrouwbaarheid van stikstofdata of echter  cruciaal als deze worden gebruikt voor vergunningverlening. Ook als basis voor toekenning van subsidies en andere financiële regelingen, is borging en betrouwbaarheid belangrijk. Daarbij heeft Tessa ook gekeken naar praktische aspecten als kosten en gebruiksvriendelijkheid, bijvoorbeeld door geautomatiseerde aanlevering vanuit andere bronnen. Daardoor wordt een melkveehouder ontlast en worden onjuiste data door bijvoorbeeld invoerfouten voorkomen. De mate van betrouwbaarheid neemt daardoor toe. Beschikbaarheid van meer data van grotere aantallen bedrijven maakt de betrouwbaarheid op gebieds- of sectorniveau ook groter. De vanuit de Pilot BioMonitor voorgenomen opschaling van het aantal gebruikers en de groei van de dataset dragen dus bij aan de betrouwbaarheid. Voor met name thema’s waarbij ‘harde data’ (feitelijke en controleerbare data) gebruikt worden, is dan ook meer standaardisatie nodig dan voor ‘zachtere data’ (data gebaseerd op inschatting en minder goed controleerbaar).

De Natuurweide-voorzitter Sybrand Bouma was blij met Tessa’s onderzoek, bevindingen en aanbevelingen: “Voor het vervolg van het project en de implementatie van de BioMonitor als monitoringsinstrument in het kader van doelsturing en gebiedsgerichte aanpak, is beschikbaarheid en borging van data heel belangrijk. Tegelijkertijd is dat het meest complexe onderdeel van het project. Dit rapport kunnen we dus uitstekend gebruiken bij de vervolgstappen in het project.”

Kabinet maakt meer details rond stikstofaanpak bekend

Het kabinet heeft inzage gegeven in de plannen om de stikstofproblematiek aan te pakken. Eerder waren al enkele hoofdlijnen uitgelekt. Voor een eerste pakket maatregelen trekt het kabinet 1,6 miljard euro uit. Eerder was in de voorjaarsnota al 600 miljoen euro opgenomen. Er komt een regeling voor veehouders die geen opvolging hebben en daarom willen stoppen. Hiervoor is 750 miljoen euro beschikbaar.  Daarnaast komt er een regeling waarin melkveehouders te compenseren als zij het aantal koeien terug brengen. Deze extensiveringsregeling moet helpen om de mestcrisis te verlichten en de doelen rond natuur, klimaat en waterkwaliteit te halen. In totaal moet de landbouw een emissiereductie realiseren tussen 42 en 46% in 2035 (ten opzichte van 2019). De industriële sector, verkeer en transport en de bouw moeten een emissiereductie van 50% bewerkstelligen.

Minister Wiersma wil de rekenkundige ondergrens aanpassen en het vergunningstelsel aanpassen. Voor een nieuw systeem van doelsturing wordt 200 miljoen euro uitgetrokken. Rondom de meest stikstofgevoelige gebieden Veluwe en De Peel moet een regionale aanpak bijdragen aan verlaging van de emissies.