Vlak voor de Kerst sloot de inschrijving voor de Lbv-plus regeling. Op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is te lezen dat 920 zgn. piekbelasters zich hebben aangemeld voor de Lbv-plus regeling. Van deze bedrijven zijn 202 melkveebedrijven. Daarnaast hadden eerder al 247 melkveebedrijven een aanvraag gedaan voor de Lbv regeling, de stoppersregeling voor bedrijven die niet zijn aangemerkt als piekbelaster. Van de 449 aanvragen is in 396 gevallen een beslissing genomen en hebben 257 ondernemers ingestemd met bedrijfsbeëindiging.
Categorie: Geen categorie
Kamer wil regeling voor vrijwillig inleveren fosfaatrechten
Een motie met de oproep aan minister Wiersma (LVVN) om een partiële beëindigingsregeling te lanceren, kon vlak voor het Kerstreces rekenen op een meerderheid in de Tweede Kamer. Het plan om vrijwillig een deel van de fosfaatrechten in te leveren, in ruil voor een vergoeding, moet bijdragen aan het beperken van het mestoverschot. Het plan gaat een stap verder dan een eerder idee om tijdelijk fosfaatrechten in te leveren. Wel moeten melkveehouders, die fosfaatrechten afstaan, later weer rechten kunnen bij kopen. In de motie worden de zuivelondernemingen, banken en voerbedrijven opgeroepen een bijdrage te leveren aan de bekostiging van de regeling. Voordat de regeling in werking kan treden zal de Europese Commissie toestemming moeten geven.
Staatssecretaris noemt Skal-tarieven ‘niet onredelijk’
In een brief aan de Tweede Kamer over de evaluatie van de Skal-tarieven structuur, noemt staatssecretaris Rummenie de hoogte van de tarieven ‘niet onredelijk’. Dar bericht Biojournaal. Wageningen Economic Research (WEcR) deed vorig jaar onderzoek naar de tarievenstructuur van Skal en bekeek alternatieve tarieven voor kleine bedrijven en import. In het onderzoek concludeerde WEcR dat in omringende landen vergelijkbare tarieven worden gehanteerd voor het certificeren van een biologisch bedrijf. Het onderzoek sterkt de gedachte bij de staatssecretaris dat aanpassing van de structuur en de hoogte van de tarieven op dit moment niet nodig is: “Ik concludeer hieruit dat de hoogte van de tarieven van Skal niet onredelijk is en verder in lijn met het kabinetsbeleid dat is opgenomen in het rapport ‘Maat houden’ uit 2014. Dat neemt natuurlijk niet weg dat sommige sectoren de hoogte van de kostendekkende tarieven wel als aanzienlijk kunnen ervaren.”
Gemiddeld inkomen biologische melkveehouder daalt in 2024
Het gemiddelde inkomen van biologische melkveebedrijven ligt in 2024 naar verwachting 16.000 euro lager dan in het vorige jaar. Dat meldt Biojournaal naar aanleiding van het jaarlijkse inkomensonderzoek van Wageningen Economic Research. Het gemiddelde inkomen van het gespecialiseerde biologische melkveebedrijf wordt voor 2024 geraamd op 33.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). Hoewel de gemiddelde biologische melkprijs met 1% stijgt, compenseert deze hogere opbrengst niet de gestegen kosten van rente, gebouwen, machines en werktuigen.
Bij niet-biologische melkveebedrijven ligt het gemiddelde inkomen uit bedrijf in 2024 naar verwachting op 74.000 euro (per onbetaalde aje). Dat is een toename van 9.000 euro ten opzichte van 2023. De gestegen melkprijs (in 2024 naar verwachting met 8,5%) draagt hier aan bij, net als de gestegen prijzen voor verkochte kalveren en slachtkoeien. De gestegen kosten van met name gebouwen, machines en werktuigen, mestafzet, rente en diergezondheid worden daarmee meer dan goed gemaakt.
EU staten mogen steun aan boeren verhogen
De Europese Commissie geeft de lidstaten meer ruimte om steun aan boeren te verhogen, meldt Nieuwe Oogst. De maximale uitkering die bovenop de de premies Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) mag worden uitgekeerd per landbouwbedrijf, gaat van 20.000 naar 50.000 euro per drie jaar. LTO, dat zich hard had gemaakt voor deze verhoging, roept het kabinet op om deze verhoging door te voeren in de nationale regelgeving.
Tot nu toe gold het bedrag van 20.000 euro als het plafond voor financiële ondersteuning aan boeren, de zogenaamde ‘de-minimissteun’. Bedragen daar boven golden als ongeoorloofde staatssteun. Het hogere plafond geeft het Rijk meer mogelijkheden voor subsidieregelingen in de agrarische sector.
Kabinet trekt wet beperking bestrijdingsmiddelen in
De NOS meldt dat het kabinet het wetsvoorstel intrekt waarmee het gebruik van bestrijdingsmiddelen zou worden beperkt. Staatsecretaris Chris Jansen van Infrastructuur en Waterstaat geeft aan dat er ‘juridische en uitvoeringstechnische risico’s’ aan de wet verbonden zijn. De regeringscoalitie was al verdeeld over de wet. De Partij voor de Dieren (PvdD) had eerder succesvol een voorstel gedaan om ook middelen voor de landbouw toe te voegen.
De bedoeling was om gebruik van bestrijdingsmiddelen in 2025 gehalveerd moest worden en in 2030 met 95% terug gebracht. Volgens Wageningen University & Research (WUR) was deze halvering in 2025 haalbaar maar zou het voor boeren en telers extra kosten met zich mee brengen. Voor soorten als chrysanten zouden zouden bijvoorbeeld weerbaarder varianten moeten worden ontwikkeld. De volgende stap, een reductie met 95%, zou veel lastiger worden. Het ministerie laat nu onderzoeken of een uitgeklede versie van de wet wel uitvoerbaar is.
Overigens hebben hebben Pesticide Action Network Europe en de leden ClientEarth, Générations Futures, GLOBAL 2000, Pesticide Action Network Germany en Pesticide Action Network Netherlands de goedkeuring van glyfosaat door de Europese Unie aangevochten bij het Europees Hof van Justitie. Volgens deze organisaties hebben de Europese Commissie en de wetenschappelijke agentschappen van de Unie kritische wetenschappelijke studies over de schadelijke effecten van glyfosaat, buiten beschouwing gelaten.
VPRO’s Tegenlicht over verdienen aan natuur
VPRO’s onderzoeksprogramma Tegenlicht besteedde aandacht aan de opkomst en groei van natuur en milieu als investeringsdoelen. Decennia lag was geld verdienen door de natuur uit te putten min of meer gemeengoed. Nu we steeds meer de negatieve effecten hiervan ervaren met o.a. overstromingen, bosbranden, erosie, opwarming krijgt het beschermen van natuur meer waarde. Er zijn investeringsmogelijkheden in emissierechten, bossen en groene obligaties.
In het programma komen onder meer biologisch-dynamisch melkveehouder en ‘koolstofboer’ Sjoerd Miedema, een emissiehandelaar en een bankier aan het woord over hoe investeren in natuur een verdienmodel wordt.
Nieuw interprovinciaal wolvenplan in de maak
De twaalf provincies in Nederland, verenigd in het Interprovinciaal Overleg (IPO), werken aan een aanpassing van het wolvenplan, zo meldt de NOS. Nadat in het vorige decennium wolven opdoken in Nederland, werd in 2019 het eerste Wolvenplan opgesteld. In het plan wordt omschreven hoe provincies omgaan met wolven en hoe schade, toegebracht door wolven, wordt gecompenseerd.
Het aantal wolven en aanvallen door wolven is in de laatste jaren flink toegenomen. BIJ12, de organisatie die wolvenaanvallen registreert, gaat uit van ruim 100 wolven in Nederland. Dit jaar waren er ruim 500 aanvallen in de eerste negen maanden van het jaar. Dat zijn er al 100 meer dan het aantal aanvallen in heel 2023. In het nieuwe Wolvenplan wordt schade door wolven alleen nog gecompenseerd als werende maatregelen, zoals hekken of dieren ’s nachts in een stal onderbrengen, zijn toegepast. Het concept wordt begin december door de provincies besproken waarna het IPO-bestuur het medio januari 2025 definitief wil vaststellen.
Waarschijnlijk wordt in ieder geval de situatie rond de wolf wolven anders nu de Europese Commissie heeft bepaald de beschermde status van de wolf te gaan aanpassen. De regels rond afschieten, vangen of regulering van voortplanting worden daardoor versoepeld waardoor ook in Nederland de wetgeving kan worden gewijzigd..
‘Routekaart naar dierwaardiger en toekomstbestendige melkveehouderij’ opgesteld
Zuivel NL en de Dierenbescherming hebben een ‘Routekaart naar een dierwaardiger en toekomstbestendige melkveehouderij’ opgesteld. In deze routekaart beschrijven betrokken organisaties en hun achterbannen de ambities op het gebied van dierwaardigheid. Inspanningen om veranderingen door te voeren zullen de gehele keten ‘raken’. In 2021 stemden beide Kamers in met een voorstel van de Partij van de Dieren om het aanpassen van dieren aan houderij- of huisvestingssystemen. Omdat dit lastig was qua uitvoering, is aan veehouderijsectoren, markt- en ketenpartijen en de Dierenbescherming gevraagd een convenant te formuleren over de ontwikkeling naar een dierwaardiger veehouderij. Mede op basis hiervan kan vervolgens wet- en regelgeving worden gebaseerd.
Om de stappen, die zijn omschreven in de routekaart uitte voeren, zijn wel een aantal randvoorwaarden geformuleerd:
- financiële randvoorwaarden (vergunningen en financiering)
- consistent beleid
- gelijk speelveld
- integraliteit met andere dossiers, zoals klimaat en stikstof
- samenhang met wetgeving en het nog te sluiten Convenant dierwaardige veehouderij
De leden van ZuivelNL bespreken in de komende dagen de routekaart met de verschillende achterbannen waarna op 10 december a.s. een besluit wordt genomen over het instemmen met de routekaart.
Kamerbrief over Landbouw en Natuur
Minister Wiersma heeft in een brief aan de Tweede Kamer uiteengezet hoe ze de gebiedsgerichte aanpak in wil vullen. In gebieden die extra aandacht vragen, zoals Natura 2000-gebieden, veenweidegebieden, beekdalen en grondwaterbeschermingsgebieden ziet ze een prominente rol voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb). Onder de noemer aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur (RLN) wil minister Wiersma met ‘partijen uit het veld’ drie sporen uitwerken. In het eerste spoor wil ze gebiedsgerichte en ruimtelijke beleidsinstrumenten ontwikkelen. Het tweede spoor richt zich met name op de gebieden met de grootste opgave (beekdalen, gebieden rondom kwetsbare Natura 2000-gebieden, de veenweiden en de gebieden waar gewerkt moet worden aan de vermindering van de uit- en afspoeling van nitraat, fosfaat en gewasbeschermingsmiddelen uit de landbouw naar het grondwater). Het derde spoor richt zich op het gebruiken van de lessen die geleerd worden voor bijsturing van de instrumenten en ondersteuning.
Spoor 1: gebiedsgericht en ruimtelijk beleid
Bij het gebiedsgerichte en ruimtelijke beleid benoemt minister Wiersma zes onderwerpen:
- Regie op ruimte voor landbouw en natuur: ruimtelijke keuzes. Hierbij gaat het om beschermen van hoogwaardige landbouwgrond, ruimte voor nieuwe natuur of agrarische natuur.
- Agrarisch natuurbeheer. Bedrijven moeten worden gestimuleerd om zich in te zetten voor doelen voor natuur, water en klimaat. De focus ligt op veenweidegebieden, beekdalen, gebieden rondom kwetsbare Natura 2000. De minister wil boeren belonen voor inspanningen gericht op vermindering van de uit- en afspoeling van nitraat, fosfaat en gewasbeschermingsmiddelen uit de landbouw naar het grondwater gebieden, en maatregelen die effectief bijdragen aan doelbereik.
- Gebiedsgerichte inzet innovatie. Hier draait het om robotisering, experimenteerlocaties en innovaties die aansluiten op de praktijk van het boerenerf en het gebied.
- Gebiedsgerichte regels. Doelsturing op bedrijfsniveau, innovatie, inzet van ANB, gebiedsgericht natuurherstel en het benutten van verschillende beëindigingsregelingen gaan volgens de minister in combinatie naar verwachting zorgen voor substantiële stappen richting doelbereik.
- Sociaaleconomische actielijnen voor een toekomstbestendig landelijk gebied. Onder deze noemer wil de minister werken aan behoud en ontwikkeling van een economische structuur in het landelijk gebied, die in balans is met de leefomgeving.
- Grondfaciliteit. Hier draait het om het bij elkaar brengen van vraag en aanbod: grondbeleid, bekendheid van beschikbare instrumenten vergroten, inzet van grond van de overheid, herwaardering van gronden en kennisuitwisseling.
Spoor 2 Uitvoering van de aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur in gebieden
In dit spoor spelen de provincies een belangrijke rol. Het Rijk zal de provincies ondersteunen bij de werkwijze voor doelsturing, duidelijkheid over de ruimte voor toepassing en effecten van
innovatieve stalsystemen, de Nationale Grondbank en (bestaande) subsidieregelingen gericht op innoveren, extensiveren, omschakelen, verplaatsen en vrijwillig beëindigen.
Spoor 3 Beleid en uitvoering in verbinding. Op dit punt wil de minister werken aan eenduidig, niet conflicterend beleid waarvan de effecten gemonitord en bijgestuurd worden. Een systeem voor monitoring van de aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur valt hier ook onder.
In de komende periode wil minister Wiersma met maatschappelijke partners en andere overheden de aanpak RLN verder uitwerken. In het voorjaar van 2025 wil de minister de Kamer informeren over de ruimtelijke keuzes voor de nota ruimte, de doelen die het kabinet nastreeft via de aanpak RLN en de wijze waarop het rijk spoor 2 wil aanpakken.