RVO lanceert toolkit voor communicatie biologische producten

De Rijksdienst heeft een toolkit gelanceerd die aanbieders van biologische producten kunnen gebruiken bij hun communicatie. Daarin wordt uitgelegd wat ‘biologisch’ inhoudt, welke claims en uitspraken je over biologische producten mag doen en welke wetten en regels er zijn voor biologische producten er zijn. Aanbieders van biologische producten kunnen de informatie gebruiken in hun eigen uitingen. Zo kunnen (links naar) video’s worden gebruikt in nieuwsbrieven of op websites. Specifiek voor zuivel is een overzicht opgenomen van claims die mogen worden gebruikt, hoe deze kort kunnen worden verwoord en naar welke bronnen verwezen kan worden.

Tweede Kamer kritisch over plan voor PAS-melders

Diverse landbouwwoordvoerders reageren sceptisch op het plan van minister Wiersma om PAS-melders aan een stikstofvergunning te helpen. Omdat er onvoldoende stikstofruimte was, is het niet gelukt om voor 1 maart bedrijven te legaliseren. In een nieuw plan stelt minister Wiersma voor drie jaar langer tijd te nemen om te werken aan een oplossing. Eerder uitte de Raad van State kritiek op de aanpak omdat er niet concrete maatregelen worden genomen om de stikstofuitstoot te verlagen. Door tijdgebrek heeft minister Wiersma het plan niet verder kunnen toelichten. Voor PAS-melders blijft dus nog steeds onduidelijk of er een oplossing in zicht is.

De NOS meldt dat dat het kabinet met Prinsjesdag 2,6 miljard euro extra wil vrijmaken voor het verminderen van de stikstofuitstoot. Dan moet ook duidelijk worden wat de onderliggende plannen zijn.

Proef met elektrocutie in zoektocht naar aanpak Jakobskruiskruid

In Oosterwolde (Friesland) doet de provincie onderzoek naar de effecten van elektrocutie van Jakobskruiskruid, meldt Nature Today. Naast effectiviteit van deze aanpak wil de provincie ook zicht krijgen op de kosten van deze methode van bestrijden. Jakobskruiskruid bevat bevat pyrrolizidine-alkaloïden (PA’s), stoffen die giftig zijn en bij hoge dosis dodelijk kunnen zijn voor koeien en paarden. Verse planten worden door koeien en paarden vermeden maar gedroogd (in hooi) is de smaak minder en worden ze alsnog gegeten.

Jakobskruiskruid is een pionierplant, die kiemt op open plekken in de bodem, die ontstaan door klepelen of te kort maaien. Teveel vee op beperkte ruimte kan leiden tot overbegrazing en kale plekken. Deze open plekken kunnen ook ontstaan door banden van trekkers of grote maaimachines. Maaien en klepelen en vervolgens het maaisel laten liggen, creëert gunstige omstandigheden voor Jakobskruiskruid. Zolang de vegetatie op de bodem dicht blijft, is de kans dat zaden van Jakobskruiskruid ontkiemen klein.

Bij de proef in Oosterwolde wordt Jakobskruiskruid bestreden door een trekker die de planten met 8.000 volt elektrocuteert. Dit heeft echter ook effect op andere vegetatie en bodemleven. Nature Today heeft nog wel een aantal tips voor een goede, dichte grasmat:
– Maai bij voorkeur met een maaibalk en stel deze bij oneffen terrein wat hoger in. Voorkom beschadiging van de bodem door banden. Begrazing door schapen is ook een optie omdat deze Jakobskruiskruid beter verdragen.
– Voorkom dat planten zaad zetten door voor het eind van de bloeitijd te maaien.
– Vermijd te veel grazende dieren op één plek.

Brabantse regeling voor extensiverende boeren

De provincie Noord-Brabant biedt boeren die willen extensiveren rond kwetsbare natuurgebieden de regeling ‘Grond voor Extensivering‘, gericht op kruidenrijk grasland en biologische landbouw. Met deze regeling kunnen grondeigenaren hun grond nabij Natura 2000-gebieden, waterafhankelijke natuurgebieden en beekdalen verkopen aan de provincie en deze vervolgens terug pachten voor een periode van 26 jaar tegen een aantrekkelijke prijs. De grond mag alleen gebruikt worden als grasland, kruidenrijk grasland of voor biologische landbouw. Door verkoop van grond kunnen boeren die willen extensiveren financiële middelen vrijspelen om dit te bekostigen, bijvoorbeeld bij aankoop van extra grond.

De provincie Noord-Brabant biedt de regeling aan om extensivering van landbouw nabij natuurgebieden te stimuleren. Volgens de provincie is extensieve landbouw dé manier om de kwaliteit van natuur en water in die gebieden te verbeteren.

Verduurzamingsactiviteiten mogelijk natuurvergunningvrij

Het kabinet wil verduurzamingsactiviteiten, die leiden tot reductie van stikstofemissie met minstens 30%, vergunningvrij verklaren. Met het oog op deze voorgenomen maatregel, via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), is een internetconsultatie gestart. Het kabinet wil dat stikstofemissie verlagende projecten die vertraging oplopen of helemaal niet doorgaan vanwege het traject om een natuurvergunning te krijgen, zo toch kunnen worden uitgevoerd. In de landbouw gaat het dan bijvoorbeeld om het verduurzamen van stallen. De vrijstelling moet gaan gelden in een aantal situaties:
– de functie van een activiteit blijft dezelfde (dus geen kantoren of stallen ombouwen tot woonruimte)
– de activiteit mag niet groeien (aantal gehouden dieren uitbreiden)
– er mag geen negatief effect zijn voor een Natura 2000-gebied

DE activiteiten moeten leiden tot een emissiereductie van 30% maar tijdens de bouw mag de uitstoot tijdelijk toenemen, bijvoorbeeld door bouwverkeer. Hiervoor geldt een periode van maximaal drie jaar. Daarna moet de stikstofemissie minimaal 30% lager zijn dan in de oude situatie.

 

IDL fonds helpt boeren bij verduurzaming

Het Investeringsfonds Duurzame Landbouw (IDL), opgericht in 2021, wil boeren helpen bij de verduurzaming van hun bedrijfsvoering maar is relatief onbekend. Dat stelt Rob van Eijck, fondsmanager bij IDL, in gesprek met Nieuwe Oogst. Het fonds is opgericht als onderdeel van het Nationaal Groenfonds, een zelfstandige stichting die voor het ministerie de eerst aangewezen financieringsinstelling voor het verstrekken van leningen. In het IDL is een budget van 130,8 miljoen beschikbaar voor de komende tien jaar met een mogelijke uitbreiding met nog eens vijf jaar. Geld van leningen die zijn afgelost komt opnieuw beschikbaar voor nieuwe aanvragen.

Rob van Eijck licht toe waarom het fonds wat hem betreft interessant is: “Het lage rentepercentage van 1 procent en de mogelijkheid van een aflossingsvrije periode maken het interessant. Daarnaast vragen we geen onderpand en zijn altijd achtergesteld aan de cofinancier. Door de gunstige voorwaarden worden IDL-leningen gezien als staatssteun. Vandaar dat er ook een gedegen verduurzaming aan is gekoppeld, zodat het geoorloofde steun wordt. We werken intensief samen met banken zoals Rabobank en ABN AMRO. Voor banken zijn wij een welkome aanvulling, mede omdat onze aanvragen worden beoordeeld door een deskundige commissie van negen experts. Een positieve beoordeling betekent vrijwel altijd dat de banken ook meedoen.”

 

 

Agrarische grondprijzen stijgen licht

In het afgelopen half jaar zijn de agrarische grondprijzen licht gestegen, meldt Boerderij op basis van cijfers van het Kadaster. De stijging voor prijzen van grasland was in zes maanden tijd €1.700 per hectare. Gemiddeld kost een hectare grasland nu €82.704. Ten opzichte van 2024 ligt het prijsniveau wel flink hoger (bijna 10%). Gemiddeld kostte een hectare grasland in 2024 €76.000. Over alle agrarische grond steeg de prijs in de voorbije drie maanden in vergelijking met de drie maanden ervoor van €88.733 naar €90.146 per hectare (+ €1.413 per hectare).

Het volume aan transacties nam in de laatste drie maanden toe ten opzichte van de drie maanden ervoor (+7%).

De Natuurweide geeft visie in internetconsultatie nitraatrichtlijn

Iedere vier jaar maken de lidstaten van de Europese Unie een actieprogramma om te voldoen aan de Nitraatrichtlijn. Het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur heeft samen met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een nieuw voorstel voor een actieprogramma gemaakt: het concept 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn. Met dit actieprogramma moet verontreiniging van grond- en oppervlaktewater door nutriënten uit de landbouw worden voorkomen. Tot 25 augustus kunnen belanghebbenden hun visie indienen tijdens een internetconsultatie door het ministerie van LVVN.

De Natuurweide heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. De reactie richt zich met name op het feit dat de biologische melkveehouderij integraal wordt meegenomen in de aanpak die voor de gehele sector. De basis voor het maatregelenpakket ligt in het huidige (7e) actieprogramma. Daarin speelt de derogatiebeschikking een belangrijke rol. De biologische melkveehouderij heeft nooit gebruik kunnen maken van de derogatie maar ondervindt daarvan in het actieprogramma wel de lasten. De biologische melkveehouderij heeft een flink lager stikstofbodemoverschot en lagere nitraat af- en uitspoeling dan de gangbare melkveehouderij. De hernieuwde aanvraag voor een derogatie in Brussel heeft nog eens het risico in zich dat de Nederlandse maatregelen extra kritisch beoordeeld gaan worden, met mogelijk aanvullende, generieke maatregelen die aan Nederland worden opgelegd.

De Natuurweide dringt aan op een specifiek actiespoor voor de biologische melkveehouderij binnen het 8e Actieprogramma. Van daaruit kan de sector experimenteerruimte gebruiken om méér te betekenen bij het beperken van uit- en afspoeling van nitraat. Hier kan doelsturing aan worden gekoppeld. De meerwaarde van de biologische melkveehouderij wordt daarmee erkend.  Negatieve effecten die uitgaan van generieke maatregelen in bepaalde gebieden treffen ook biologische melkveebedrijven. Denk hierbij aan het kunnen financieren van biologische bedrijven, die in een gebied liggen met een negatief stempel. Terwijl biologische melkveehouderijen van meerwaarde kunnen zijn in dergelijke gebieden, zoals beekdalen, NV-gebieden, waterwingebieden, overgangsgebieden en veenweidegebieden.

Met het ingroeipad voor doelsturing kunnen individuele bedrijven, op basis van meetdata, aantonen dat zij voldoen aan de gestelde doelen. Dit sluit aan bij de ambitie van de biologische melkveesector om méér te doen. Het past ook binnen de al ruim drie jaar gehanteerde werkwijze van de Pilot BioMonitor: op basis van data inzicht krijgen in prestaties en werken aan optimalisatie van het biologische melkveehouderijsysteem. Hierdoor kunnen biologische melkveehouders (situationeel) passende maatregelen nemen, die het beste aansluiten op hun specifieke bedrijfsvoering en het best uitpakken voor de waterkwaliteit.

Samenwerking ‘On the way to’ en Beter Leven

Stichting Milieukeur en de Dierenbescherming starten een samenwerking rond hun keurmerken On the way to planet proof en Beter Leven. Daarover bericht Biojournaal. De samenwerking richt zich op het verbeteren van dierenwelzijn. In een pilot met twee zuivelondernemingen (FrieslandCampina en Farmel)  gaan 40 melkveebedrijven toewerken naar de criteria voor dierenwelzijn van het Beter Leven 1 ster keurmerk.

Gijs Dröge, directeur van SMK, licht de achtergronden van de samenwerking toe: “We slaan de handen ineen met de Dierenbescherming om met zuivelketens verder te werken aan een steeds duurzamere zuivelproductie. Ons keurmerk On the way to PlanetProof blijven we ontwikkelen op het gebied van klimaat, biodiversiteit, diergezondheid en ook zeker dierenwelzijn. We zien dat het Beter Leven keurmerk van de Dierenbescherming in de basis dezelfde doelen nastreeft. Beide keurmerken blijven naast elkaar bestaan, maar door afstemming en samenwerking, ook met zuivelondernemingen en supermarktketens, boeken we door de hele keten heen sneller vooruitgang in de verduurzaming van het zuivelschap.”

Stikstof onder plafond, fosfaat boven plafond voor 2025

De stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel blijft waarschijnlijk onder het plafond dat voor 2025 is vastgesteld maar voor fosfaat zal een overschrijding plaatsvinden. Dat verwacht het Centraal Bureau voor de Statistiek in haar halfjaarsrapportage. Voor stikstof is de verwachting dat de excretie uitkomt op 428,1 miljoen kg en dus onder het plafond van 440 miljoen kg blijft. Bij melkvee ligt dit plafond op 267,8 miljoen kg en is de inschatting dat de excretie uitkomt op 252,8 miljoen kg, een verschil van 15 miljoen kg. De varkenssector zit met 30,2 miljoen kg boven het stikstofplafond dat is gesteld op 27,8 miljoen kg.

Het landelijke plafond voor fosfaatexcretie ligt op 135 miljoen kg. Halverwege het jaar verwacht het CBS dat het excretieniveau uitkomt op 140,6 miljoen kg, een overschrijding van ruim 5 miljoen kg. Bij melkvee ligt het plafond op 71,8 miljoen kg en is de prognose van het CBS 73,8 miljoen kg, een overschrijding van 2 miljoen kg.

Voor alle prognoses houdt het CBS wel enkele slagen om de arm. Voor de verschillende sectoren worden verschillende bronnen gebruikt en de effecten van deelname aan de LBV- en LBv Plus regelingen komen beperkt tot uiting in de prognoses.