Categorie: Geen categorie

Melkveehouders die in het kader van de vrijwillige regeling dieren afstoten, verliezen de bijbehorende fosfaatrechten definitief, zo meldt minister Wiersma in een Kamerbrief. De regeling is gebaseerd op een aantal organisaties uit de sector, waaronder De Natuurweide. De regeling beoogt met een tijdelijke beperking van het aantal melkkoeien op een bedrijf met 10 tot 20% het mestprobleem (deels) op te lossen. De Tweede Kamer ondersteunde het initiatief vanuit de sector en vroeg in een motie minister Wiersma een plan uit te werken.

De initiatiefnemers dringen aan op een marktconforme vergoeding voor de ingenomen fosfaatrechten en een compensatie voor gederfde opbrengsten. Boeren moeten op termijn ook de fosfaatrechten terug kunnen kopen. Wageningen University & Research is gevraagd een analyse van de effecten te berekenen. Voor de regeling kan worden ingevoerd moet ook de Europese Commissie groen licht geven.

Verschillende boerenorganisaties zijn in gesprek geweest met de stikstofcommissie die onder leiding van minister-president Schoof werkt aan het oplossen van de stikstofproblematiek. LTO, Agractie, NAJK en Biohuis waren uitgenodigd om hun visies en ideeën over de stikstofaanpak te delen met de leden van de commissie. Daarnaast waren VNO-NCW, Bouwend Nederland, Natuurmonumenten en Natuur & Milieu uitgenodigd met het oog op de gevolgen van de stikstofcrisis voor de industrie, woningbouw, transport, luchthavens en defensie.

Biohuis-voorzitter Smits van Oyen lichtte tijdens het overleg toe welke bijdrage de biologische landbouw en melkveehouderij kan leveren. De 40 tot 50% lagere ammoniakemissie in de biologische melkveehouderij draagt bij aan de emissiereductie, wat goed uitpakt voor de natuur maar waardoor waarmee ook weer ruimte ontstaat voor gangbare melkveebedrijven. Smits van Oyen benadrukte ook het belang van de afzetgroei die daarmee gepaard moet gaan: “Voor de huidige en toekomstige biologische boer is echter van belang dat ook de afzet toeneemt. Wij zien nu al dat die vraag naar biologisch in de markt toeneemt. En wanneer de overheid nog sterker haar rol pakt, om de markt te stimuleren, kan dit nog sneller gaan. Wij hebben dan, een schaalbare oplossing, die ook nog eens economisch perspectief biedt aan de boer.”

Minister Wiersma van LVVN denkt een manier te hebben gevonden om de ‘Vrijstellingsregeling bovengronds aanwenden runderdrijfmest’ in de nieuwe Omgevingswet op te nemen. Deze regeling verviel per 1 januari 2024 waarna, onder voorwaarden, bovengronds uitrijden van drijfmest werd gedoogd. De minister is van plan de huidige regeling op te nemen in de Omgevingswet, als uitzondering op de verplichting tot emissiearm aanwenden. Door middel van een wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving en de Omgevingsregeling wil ze dit bewerkstelligen. Met het oog op  onder andere het bodemleven heeft bovengronds uitrijden bij veel biologische en extensieve bedrijven de voorkeur.

Met het oog op deze voorgenomen opname in de Omgevingswet is een internetconsultatie gestart. Tot 24 maart kan hier input worden gegeven op de voorgenomen aanpassing.

Vorige maand is gestart met de uitvoering van de projecten vanuit de ‘Extensivering in en rond stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden’ (Extensiveringsregeling). De regeling beoogt de stikstofemissies in en rond Natura 2000-gebieden te verlagen en (in afstemming met gebiedspartijen) te werken aan behoud en verbetering van de natuur en biodiversiteit. De Natuurweide heeft vorig jaar, in samenwerking met Bionext, kandidaat-deelnemers aan de regeling bij elkaar gebracht. Vanuit deze groep belangstellenden zijn vijf samenwerkingsverbanden geformeerd die qua locatie en gebiedsvraagstukken goed bij elkaar passen. Deze zijn gevestigd in Twente, het Waddengebied, de Veluwe, het Friese veenweidegebied en noordwest Overijssel. In totaal doen 26 samenwerkingsverbanden mee aan de Extensiveringsregeling.

Voor de uitvoering van de projecten is De Bioverbinding ingeschakeld. Deze stichting is opgericht vanuit De Natuurweide om de positionering van de biologische melkveehouderij te versterken en de ketensamenwerking te stimuleren.  Vanuit De Bioverbinding worden verschillende organisaties, adviseurs, onderzoekers en specialisten ingeschakeld voor de uitvoering van de projecten. Zo ondersteunt Bionext de projecten met haar sectorkennis en projectervaring. In afstemming met de samenwerkingsverbanden worden onderzoeksinstituten ingeschakeld die onderzoek doen naar relevante vraagstukken en advies uitbrengen over een passende aanpak. Onderwerpen die in de projecten aan de orde komen zijn o.a. het verbeteren van de bodem- en waterkwaliteit, het vergroten van de biodiversiteit of het verbeteren van de habitat voor bepaalde diersoorten. Vanuit hun kennis en betrokkenheid met de natuurgebieden waar zij gevestigd zijn, willen de betrokken melkveehouders daar graag mee aan de slag.

De Extensiveringsregeling duurt vier jaar. Tijdens deze periode zullen de groepen regelmatig hun inspanningen, bevindingen en resultaten delen met elkaar, andere samenwerkingsverbanden, collega boeren, overheden en terrein beherende organisaties.

In de tweede helft van 2024 hebben vier influencers zich ingezet voor het EKO-keurmerk. Saskia Sampimon, Leroy van de Ree, Sanne Vogel en Elize Been gebruiken hun platforms om hun volgers te informeren over gezonde en duurzame voeding. Samen hebben zij meer dan 700.000 volgers, met name consumenten die grote waarde hechten aan verantwoorde voeding

De influencers plaatsten berichten over Nederlandse biologische voeding en het EKO-event dat in september plaats vond in Zeewolde. Daarmee bereikte ieder van de influencers vele tienduizenden consumenten. Door de aandacht die de influencers aan het EKO-keurmerk besteedden, groeide het aantal bezoekers aan de EKO-website met ruim 72%. Het aantal websitebezoekers bleef ook hoger na afloop van de campagne. Ook het aantal bezoekers van het Instagramaccount van EKO-keurmerk nam toe (met 20%).

De campagne laat zien dat de inzet van influencers een effectieve manier is om meer bekendheid te geven aan biologische voeding en het EKO-keurmerk. Het communicatieteam van Stichting EKO-keurmerk werkt aan een plan om een goed vervolg te geven aan de campagne. Voor meer informatie en vragen over EKO-keurmerk kunt u terecht op de website.

Het omzetaandeel van biologische voeding bij Albert Heijn stijgt, zo blijkt uit het Duurzaamheidsverslag 2024 van de supermarktketen. In 2023 lag het aandeel van biologische voeding nog op 4,1%, in 2024 steeg dat naar 4,4%. Het omzetaandeel bij aardappelen, groente en fruit lag zelfs op 9,1%. Voor 2026 streeft Albert Heijn naar een omzetaandeel van 10%.

Albert Heijn publiceerden het magazine “Alles over biologisch” met verhalen van biologische boeren, recepten met biologische voeding en andere ‘bio-weetjes’. Met een Mijn Albert Heijn Premium abonnement krijgen consumenten 10% korting op het gehele biologische assortiment.

De Tweede Kamer wil dat pachters meer zekerheid hebben over de beschikbaarheid van hun grond, zo meldt Boerderij. Via een aantal aangenomen moties heeft de Kamer een lijn uitgezet waaraan het nieuwe pachtbeleid moet voldoen.

Zo wil de Kamer dat staatssecretaris Rummenie een richtlijn opstelt die duidelijk maakt hoe overheden duurzaam om moeten gaan met het verpachten van grond en de daaraan verbonden aanbestedingsprocedures. De teruggetrokken aanbesteding in de gemeente Teylingen was mede aanleiding voor de motie rond dit vraagstuk. Verder is de Kamer voorstander van het langdurig verpachten van grond. Vooral pachters die al lang grond pachten, mogen niet worden overvallen door het gunnen van grond aan andere pachters. Het in deze situaties vaak genoemde Didam-arrest mag geen reden zijn om grond duurzaam te verpachten. Rond de zomer moet er een nieuwe pachtwet openbaar worden gemaakt die dan mogelijk dit jaar nog door de Tweede Kamer wordt behandeld.

De Nederlandse huishoudens hebben in 2024 vaker en meer biologisch gekocht, zo meldt Bionext op basis van cijfers van marktonderzoeksbureau YouGov. De omzetgroei in biologische producten bedroeg in 2024 7% en wordt veroorzaakt doordat het aantal huishoudens dat biologische producten koopt, toenam. De totale levensmiddelenmarkt nam licht af (daling van 1%) dus de ontwikkeling voor aankoop van biologische levensmiddelen wijkt daar van af. Vorig jaar kocht 44% van de Nederlandse huishoudens gemiddeld minimaal een keer per week biologische producten. Zij  gaven 17% meer uit aan biologische voedingsmiddelen. Met een totale omzet van € 1,7 miljard is het biologische marktaandeel nu 4%.

In 2023 groeide het biologische areaal in de Europese Unie met 3,6% naar 17,7 miljoen hectare, meldt Biojournaal op basis van de rapportage van FiBL en IFOAM, The world of organic agriculture. Daarmee ligt het percentage biologisch areaal op 10,9%. Spanje (3 miljoen ha) nam de eerste plaats over van Frankrijk (2,8 miljoen ha). Italië is derde met 2,5 miljoen ha. Procentueel kent Liechtenstein met 44,6% het grootste aandeel biologisch areaal, gevolgd door Oostenrijk met 27,3%.

Het aantal biologische producenten in de EU nam met 1,8% toe naar bijna 435.000 bedrijven. Daarvan heeft Italië de meeste binnen de grenzen: ruim 84.000 bedrijven. De biologische detailhandelsomzet bedroeg € 46,5 miljard en kende daarmee een groei van 2,9%. Duitsland neemt daarvan € 16,1 miljard voor zijn rekening en is de grootste markt. Per persoon wordt in de EU gemiddeld € 104 uitgegeven aan biologisch voedsel. In Denemarken is dat bedrag € 362.

De Natuurweide ondertekent, met diverse andere organisaties in en rond de melkveesector, een convenant dat is gericht op het verlagen van het aandeel ruw eiwit in rantsoenen. Daarmee willen de verschillende partijen bijdragen aan het verlagen van de stikstofemissies. De Natuurweide-voorzitter Sybrand Bouma legt uit waarom De Natuurweide het initiatief ondersteunt: “Overschrijding van het stikstofplafond kan leiden tot generieke kortingen. Hoewel wij als biologische melkveehouders al lagere stikstofemissies per hectare hebben, zullen generieke maatregelen, ons in meer of mindere mate, ook treffen. We willen dus via de biologische systeembenadering graag bijdragen aan het verder verlagen van stikstofemissies. Dat is ook de reden dat we enkele jaren geleden de schouders hebben gezet onder de Pilot BioMonitor, waarbij we via meten inzicht willen krijgen om vervolgens te werken aan optimalisatie.”

Het convenant bevat verschillende afspraken en actiepunten. Er komt een ureum benchmark waarmee melkveehouders kunnen bijsturen op het rantsoen. De diervoedersector zet een monitoringssysteem op om het eiwitgehalte in de rantsoenadviezen inzichtelijker te maken. Melkveehouders met hoge ruw eiwit gehaltes, kunnen worden begeleid door adviseurs bij het verlagen van het aandeel ruw eiwit. Het doel is het gemiddelde aandeel ruw eiwit in het totale rantsoen te verlagen van 163 kg droge stof naar maximaal 160 kg droge stof in 2025 en 158 kg in 2026

De andere organisaties die het Convenant verlagen ruw eiwit in rantsoenen ondertekenen zijn: Nevedi, LTO Nederland, NAJK, DDB, Netwerk Grondig, ZuivelNL, NZO, Vereniging van Accountants en Belastingadviseurs (VLB), Boerenverstand, PPP Agro Advies, Groeikracht en WUR.