Biologische melkvolume groeit met 2,5%

Het volume biologische melk in Nederland is in het eerste kwartaal van 2025 met 2,5% gestegen, zo bericht Nieuwe Oogst. Daarmee komt het aandeel van biologische melk in het totale Nederlandse melkvolume op 1,9%. Naast Nederland zagen ook Oostenrijk, Griekenland, Spanje, Hongarije, Slovenië en Slowakije een groei in het biologische melkvolume. In alle andere landen van de Europese Unie daalde de biologische melkproductie. In Duitsland, nummer één in biologische melkproductie, nam de productie af met 0,7%. Nummer twee Frankrijk zag een daling met 9,4%. Denemarken kende een productiedaling van 10% terwijl in Oostenrijk, het land met het grootste aandeel biologische melk (18,6%), het volume met 2,6% groeide. Over de gehele EU genomen daalde de productie van biologische melk met 4,6% naar 1,24 miljoen ton.

 

Onderzoek vindt kanker bij ratten na blootstelling aan glyfosaat

Wetenschappers hebben aangetoond dat ratten na blootstelling aan glyfosaat kanker krijgen, zo meldt Trouw naar aanleiding va een publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Environmental Health. Na jaren met proeven trekt een internationaal team van onderzoekers de conclusie dat glyfosaat kanker veroorzaakt bij ratten. Ratten lijken genetisch veel op mensen. In de onderzoekswereld wordt bij gezondheidsschade voor ratten de kans groot geacht dat dit effect ook bij mensen op zal treden.

In het Trouw-artikel geeft hoogleraar risicobeoordeling aan de Radboud Universiteit, Ad Ragas (zelf niet betrokken bij het onderzoek) aan dat er een duidelijk en consistent patroon blijkt uit de proeven. Wel noemt hij het opvallend dat het aantal gevallen van kanker niet toeneemt bij het verhogen van de dosis en dat vooral tijdens de zwangerschap gezondheidsschade optreedt: “Dat kan erop wijzen dat er een moment in de ontwikkeling van het lichaam is, waarbij blootstelling, ongeacht de dosis, de kans op kanker vergroot. Maar dat is voorlopig speculatie.”

Ragas verwacht dat in de komende maanden door experts verder zal worden gekeken naar de studie: “Misschien zitten er gaten in deze studie die wij niet zien. Dat proces gaat nu lopen en zo hoort het ook. Maar als deze studie blijft staan, dan kan de EU niet volharden in het standpunt dat een verband met kanker niet is aangetoond. De classificatie van glyfosaat moet dan worden aangepast.”

Versnellingsspoor biologische landbouw richt zich op doorontwikkeling bedrijfsvoering

Het ministerie van LVVN heeft het Louis Bolk Instituut opdracht gegeven een vierjarig onderzoeksprogramma op te stellen. Doelstelling van het Versnellingsspoor biologische landbouw is om biologische bedrijven meer toegang te geven tot kennis, afgestemd op de biologische landbouwsystemen. Voor de onderzoekswensen op gebied van biologische melkveehouderij heeft De Natuurweide input gegeven.

Directeur Ilse Geijzendorffer geeft op de website van het Louis Bolk Instituut aan blij te zijn met het onderzoeksprogramma: “Heel goed dat er aandacht is voor de informatiebehoeften van de boer en de praktische toepasbaarheid van bestaande kennis. Als we echt de doelen van het Nationale Actieplan willen bereiken dan is dit hoognodig, merken we in de praktijk en in gesprekken met de sector. Opluchting ook dat het gelukt is. Sinds 2021 heeft het LBI samen met een kennisconsortium biologische landbouw de kennisbehoeften van de biologische sector actief bij het ministerie onder de aandacht gebracht. In 2021 kwamen we met een 10-puntenplan. In 2022 dachten we mee over het Nationale Actieplan en in 2023 werd de Kennisagenda gelanceerd door het ministerie van LVVN. Daarna bleef het stil, totdat we door het ministerie gevraagd werden om een plan voor een 4 jarig onderzoeksprogramma op te stellen.”

Publiekscampagne biologisch weer gestart

In de maand juni is een nieuwe publiekscampagne gestart rond biologische voeding. Doel is om de bekendheid van biologische voeding en het Europese keurmerk te vergroten. De campagne bestaat uit televisiecommercials, online advertenties, buitenreclame en de website allesoverbiologisch. Vorig jaar startte het ministerie van LVVN met de campagne. Naar aanleiding van de bevindingen van de campagnes in 2024 zijn enkele aanpassingen doorgevoerd. In de vorige campagnes stonden bepaalde producten centraal. Dat zal dit jaar ook gebeuren maar dan met andere producten. Ook zal het aspect van ‘genieten’ sterker in beeld worden gebracht met biologisch consumerende personen.

Net als vorig jaar haken supermarkten aan bij de campagne. Zo besteedt Jumbo in haar winkels, de folder en online aandacht aan biologische producten onder de noemer ‘Biologisch is zo logisch’. Jumbo heeft tot doel om in 2026 minimaal 8% en in 2027 minimaal 10% van de verkochte aardappelen, groenten en fruit biologisch van teelt te laten zijn.

Brabant verbiedt kunstmest en bestrijdingsmiddelen op provinciegrond

Vanaf 2027 verbiedt de provincie Noord-Brabant het gebruik van kunstmest en chemische gewasbeschermingsmiddelen op grond die verpacht wordt aan boeren. Dat meldt Omroep Brabant. De provincie beoogt daarmee de bodem- en waterkwaliteit te verbeteren. Ook de natuur en de biodiversiteit moet van het verbod profiteren. Binnen een straal van een kilometer van Natura 2000-gebieden geldt deze bepaling al sinds 2024.

Met ingang van 2026 wil de provincie bij het verpachten van grond voorrang geven aan boeren die duurzaam werken. De Grondkamer moet nog wel groen licht geven voor het duurzame pachtbeleid.

Nieuw rapport over financiële aspecten biologische en natuurinclusieve melkveehouderij

Wij.land heeft een nieuwe rapportage gepresenteerd in het kader van het onderzoek ‘Onder de streep’. Nadat eerder inzicht is gegeven in de cijfers van 13 natuurinclusieve en biologische melkveehouders bij de start van het onderzoek zijn nu cijfers van 88 bedrijven beschikbaar. Opvallend is dat het inkomen van biologische en extensieve bedrijven minder schommelt dan het inkomen van intensieve bedrijven. Doordat biologische en extensieve bedrijven minder gebruik maken van externe inputs en vaker aanvullende inkomsten hebben uit neventakken of natuurbeheer zijn ze minder gevoelig voor kostenstijgingen of onrustige markten.

Uit de data blijkt een duidelijke relatie tussen intensiteit en natuurinclusieve prestaties. Extensieve bedrijven scoren gemiddeld beter op indicatoren als aandeel natuurland, ammoniakuitstoot, weidegang en gebruik van kunstmest. Deze bedrijven voeren minder krachtvoer, sluiten meer en zwaardere beheerpakketten af. Extensieve bedrijven besparen in vergelijking met intensieve bedrijven op krachtvoer en maken meer gebruik van kruidenrijk grasland. Niet alle bedrijven kunnen een extensieve bedrijfsstrategie kiezen. Beschikbaarheid van betaalbare grond en wel of geen toegang tot ANLb pakketten die afhankelijk is van de locatie zijn belangrijke factoren die hier een bepalende rol in kunnen spelen. Activiteiten in de korte keten is ook niet voor ieder bedrijf haalbaar en lucratief. Nabijheid van steden of grotere kernen is hierbij van invloed. Zo heeft in het westen van Nederland 58% van de bedrijven een neventak met verkoop aan huis. In het oosten en noorden van Nederland ligt dit percentage aanzienlijk lager.

Agrarische grondprijzen blijven stijgen

De prijzen van agrarische grond zullen ook in het komende jaar blijven stijgen, verwachten onderzoekers van Rabo Research op basis van een enquête onder agrarische taxateurs. Die stijging, naar verwachting tot 5%, zal wel lager liggen dan in de voorbij periode. De prijzen stegen in 2024 met 16%, ruim boven het inflatiepercentage (3,3%). In de jaren daarvoor viel de stijging mee ten opzichte van de inflatie, die met name in 2022 hoog was (10%). Rabobank concludeert dan ook dat er sprake is van hoogconjunctuur op de agrarische grondmarkt.

De hoogste grondprijzen vinden we nog altijd in Flevoland: 184.000 euro per hectare. Friesland zit met 62.000 euro per hectare het laagst. Factoren die de grondprijzen beïnvloeden zijn de kwaliteit van de grond (bouwland is meer waard dan grasland), de mogelijkheden voor alternatieve inkomsten uit bijvoorbeeld zonne- of windenergie en vraag naar bouwgrond vanwege woningbouw en uitbreiding bedrijventerreinen. Een belangrijke oorzaak voor de stijgende prijzen is de wens vanuit de melkveehouderij om te extensiveren. Het mestbeleid van de regering, de mogelijkheid om grond van een (stoppende) buurman te kopen, de financiële ruimte bij boeren om te investeren in grond en de switch in bestemming van landbouw naar wonen en bedrijvigheid zijn prijsopdrijvende factoren.

In de media: Keuringsdienst van waarde over koeien met en zonder hoorns

Het KRO-NCRV programma Keuringsdienst van waarde besteedde aandacht aan koeien met en zonder hoorns. Bij een aantal supermarkten is telefonisch informatie gevraagd (“alleen stieren hebben hoorns”) en biodynamisch melkveehouder Gerlof Pronk legt uit waarom hij er bewust voor heeft gekozen om koeien met hoorns te willen houden. Hoogleraar fokkerij Mario Calus schetst de mogelijkheden om via het fokken koeien zonder hoorns te krijgen (“bepaalde rassen hebben genetische aanleg voor hoornloosheid”) en Gerard Schepens laat zien hoe dit in de praktijk gebeurt (“50% kans”). De hele uitzending kunt u terug zien via deze link.

Eerste voedselmoeras op biologische melkveebedrijf in Pijnacker

Op biologisch melkveebedrijf Gravesteyn in Pijnacker is het allereerste voedselmoeras op een agrarisch bedrijf in gebruik genomen, zo meldt Hoogheemraadschap Delfland. Een voedselmoeras is een nieuwe manier van voedselproductie. Daarbij wordt, in tegenstelling tot wat gangbaar is in de landbouw, de waterstand hoog gehouden. Dat draagt bij aan het verlagen van CO2-uitstoot en vergroot de biodiversiteit. Rietvogels, kikkers en libellen profiteren van de meer gevarieerde begroeiing en de nattere omstandigheden. Uilen en zwaluwen vinden in het voedselmoeras hun voedsel. Inheemse plantensoorten die essentieel zijn voor een gezond ecosysteem, gedijen goed in het moeras. Dat draagt het bij aan bestuiving door bijen en vlinders. In Voedselmoeras Gravesteyn worden diverse moerasplanten geteeld: watermunt, moerasspirea en lisdodde. Daarnaast groeien er noten-, fruit- en bessenstruiken. Voor laaggelegen veenweidegebieden biedt deze manier van landbouw dus waardevolle nieuwe mogelijkheden.

Biologisch melkveehouder Dirk Gravesteyn is blij met deze stap: “Ik ben heel blij dat de vergunningen rond zijn en we nu echt van start kunnen met de aanleg van het voedselmoeras Gravesteyn. Het is een nieuw avontuur dat we in een mooie samenwerking zijn aangegaan. Voor mij is het een experiment met een veelbelovende innovatie als het gaat om natuurinclusieve landbouw. We bewerken 80 hectare land, en zoveel land hebben onze koeien niet nodig. Het zou fantastisch zijn als we teelten die geschikt zijn voor menselijke consumptie of duurzame producten kunnen toevoegen. Wanneer we naast de koeien en gras andere rendabele teelten hebben, dan versterkt dat ook het bestaansrecht van ons bedrijf.”

Ook Hoogheemraadschap Delfland is blij met deze nieuwe aanpak. Stijn van Boxmeer van het hoogheemraadschap: “Als Hoogheemraadschap zijn we vooral benieuwd hoe dit voedselmoeras bijdraagt aan het verbeteren van de waterkwaliteit. In veenweidegebieden is het noodzakelijk om water vast te houden en nutriëntenuitspoeling te beperken. Dit soort initiatieven helpt ons te leren hoe natuurlijke systemen kunnen bijdragen aan schoner water én bodembehoud. In Midden-Delfland lopen daarnaast projecten zoals het ‘Programma Duurzaam Boer Blijven’, waarin we samen met de gemeente Midden-Delfland en de boeren werken aan waterbewust bodembeheer. Als waterbeheerder in dit unieke landschap willen we blijven investeren in oplossingen die zowel ecologisch als economisch duurzaam zijn.”

“Biologisch moet zich anders positioneren”

Professor Laurens Sloot van de EFMI Business School adviseert een andere positionering van ‘biologisch’: van ‘gezond en groen’ naar ‘kwaliteit en genieten’. Dat bericht Nieuwe Oogst naar aanleiding van het symposium ‘Kansen en uitdagingen voor biologische marktontwikkeling’ dat werd georganiseerd door biologische slagerij De Groene Weg. Deze suggestie werd onderschreven door onderzoeker Suzanne de Bakkerin haar presentatie over het verleiden van consumenten om kostbaarder vlees te kopen: “Consumenten associëren biologisch vlees met ‘duur’. Om biologische keuzes te stimuleren, moeten we vóór het winkelbezoek al inzetten op positieve associaties.” Daarbij is ook het creëren van een sociale norm voor duurzame consumptie belangrijk, vergelijkbaar met de verandering die de norm voor roken en alcohol heeft ondergaan in de loop der tijd. Daarbij is de consument veel gevoeliger voor het persoonlijke voordeel dan het maatschappelijke voordeel. Op de winkelvloer werken afbeeldingen die de consument verleiden (zogenaamde nudges) positief om de consument aan te zetten tot duurzamere aankopen.