Nieuwe Kamer wil snel debat over mestbeleid en GLB toeslagen

Nadat de nieuwe Tweede Kamerleden zijn geïnstalleerd hebben ze in grote meerderheid ingesteld met een debat op korte termijn over het mestbeleid en de GLB toeslagen. Een verzoek daartoe werd ingediend door BBB-fractievoorzitter Caroline van der Plas. In de afgelopen periode kreeg de sector zorgelijke boodschappen op zich af: verlaging van de aangekondigde GLB-toeslagen en de aanscherping van het mestbeleid. Beide maatregelen hebben een flinke impact voor de bedrijven die het betreft.

Het is nog maar de vraag of het debat nog voor het Kerstreces ingepland kan worden.  Een deel van de partijen wil sowieso graag eerst inhoudelijk bijgepraat worden in een zogenaamde technische briefing over de bemestingsnormen en de aanwijzing van Nutriënten Verontreinigde gebieden. Dee kans lijkt dus groter dat er pas in het nieuwe jaar over gedebatteerd zal worden door de Tweede Kamer.

Kabinet wijst NV-gebieden aan

Minister Adema heeft in een Kamerbrief bekend gemaakt welke gebieden door het kabinet worden aangewezen als zogenaamde ‘nutriënten verontreinigde gebieden’ (NV-gebieden). Deze aanwijzing volgt op de derogatiebeschikking die Nederland van de EU opgelegd heeft gekregen. In deze beschikking staat als voorwaarde dat Nederland de derogatie mag afbouwen in enkele jaren als er gebieden als NV-gebieden worden aangewezen. In deze gebieden moet de waterkwaliteit versneld worden verbeterd. Voor ongeveer de helft van Nederland geldt nu dat het NV-gebied is. Bedrijven in deze gebieden die gebruikmaken van derogatie, moeten de hoeveelheid extra dierlijke mest die zij mochten uitrijden versneld afbouwen en het gebruik van stikstof met 20% verlagen.

In grondwaterbeschermingsgebieden wordt de stikstofgebruiksnorm sneller verlaagd: met 10% in 2024 en met 20% in 2025. Vanaf 2024 mogen bedrijven die met minimaal 50% van hun perceel in een zone van 250 meter rond een Natura 2000-gebied liggen, geen derogatie meer aanvragen. Zie de Rijksoverheid website voor meer informatie. De volledige Kamerbrief van minister Adema leest u hier.

Mestproductieplafond vanaf 2024 in lijn met derogatiebeschikking

Minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wil de hoogte van het nationale mestproductieplafond vanaf 2023 in lijn brengen met de Europese derogatiebeschikking. Hij verwacht dat er geen maatregelen nodig zijn om onder het mestproductieplafond van 2024 te blijven. Voor 2025 zijn waarschijnlijk wel extra maatregelen nodig.

De minister wil voorkomen dat de mestproductie kan groeien door een tweetal maatregelen:

  • uitstel van actualisatie excretieforfaits voor melkvee en uitbreiding van de melkklassen
  • de fosfaatbank voorlopig niet openstellen

Deze maatregelen zijn waarschijnlijk niet genoeg om ervoor te zorgen dat Nederland vanaf 2025 onder het mestproductieplafond blijft. De nationale mestproductie moet in dat jaar namelijk met ongeveer 10% omlaag. Daarom kiest de minister voor extra maatregelen.

De minister wil de gevolgen van de maatregelen monitoren en kijken naar de effecten van de landelijke beëindigingsregelingen voor veehouderijen (Lbv en Lbv-plus). Hij laat weten dat het waarschijnlijk nodig is om vanaf 2025 het afromingspercentage bij overdracht van fosfaatrechten hoger te maken. De minister wil in gesprek gaan met de sectorpartijen over de hoogte van dit afromingspercentage.

De maatregelen raken vooral de melkveesector. Als het nodig is wil de minister nog andere extra maatregelen invoeren. Nederland is verplicht om de wet aan te passen aan de derogatiebeschikking. Daarom wil de minister de nieuwe, lagere mestproductieplafonds uiteindelijk vastleggen in de Meststoffenwet. Ook voor 2024 moet het mestproductieplafond in lijn zijn met de voorwaarden uit de derogatiebeschikking. Lees meer op de website van RVO. De volledige tekst van de Kamerbrief van minister Adema leest u hier.

Skal publiceert toezichtarrangementen

Jaarlijks stelt Skal voor alle aangesloten biologische bedrijven vast in welk toezichtarrangement zij worden ingedeeld. Het toezichtarrangement bepaalt hoe vaak een bedrijf geïnspecteerd wordt. Bij het inrichten van het toezichtmodel houdt Skal rekening met het risico op niet-conforme biologische producten. Lees meer over de toezichtarrangementen op de website van Skal.

 

GLB-subsidies vallen fors lager uit

De voorlopige bedragen voor de GLB-subsidies zijn bekend gemaakt. De definitieve bedragen worden in het voorjaar van 2024 vastgesteld. Door het grotere aantal boeren dat in aanmerking komt voor eco-regeling ‘goud’ en het grotere aantal hectares waarvoor subsidie is aangevraagd, dreigt het budget te worden overschreden, zo meldt RVO. Daarom zijn de voorlopig toegekende bedragen behoorlijk verlaagd. Dat leidt alom in de agrarische wereld tot teleurgestelde reacties. Het tarief voor de basispremie gaat van 221 euro naar 150 euro per hectare. Ook de aanvullende premies in de eco-regeling voor goud, zilver en brons vallen flink lager uit: goud van 200 naar 148 euro, zilver van 100 naar 74 euro en brons van 60 naar 44 euro. Deze bedragen zijn ook per hectare. Biologische boeren worden hierdoor hard geraakt. Bovendien druist deze verlaging in tegen het streven naar verduurzaming van de landbouw en toename van het biologisch areaal van 4 naar 15%.

De basispremie wordt in het voorjaar uitbetaald en de eco-regeling later in het jaar. Dat geldt ook voor de regeling voor jonge boeren die een vast bedrag van 2500 euro ontvangen (onafhankelijk van het aantal hectares). Zie voor meer informatie de website van RVO.

Kou gunstig voor aantal blauwtong besmettingen

De lage temperaturen van de laatste dagen, met plaatselijk matige vorst in de nacht, hebben een gunstig effectop het aantal besmettingen met blauwtong. Onder de acht graden wordt de knut, verspreider van de ziekte, minder actief. Wel is er vrees dat de knut in het voorjaar terugkeert. Melle Holwerda, onderzoeker bij Wageningen Bioveterinary Research meldt bij de NOS: “Het kan zomaar dat de knutten de stallen in duiken. Het virus kan op die manier de winter doorkomen en in het voorjaar weer terugkeren.”

Wageningen Bioveterinary Research richt op verzoek van het Ministerie van LNV een testplek in voor, die worden ontwikkeld voor schapen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit onderzoekt welke soort knuttensoorten het virus overdragen en of die overwinteren in stallen. Daarnaast vindt er loopt onderzoek plaats naar de sterftecijfers en het herstel van herkauwers na een besmetting. Lees het hele artikel op de website van de NOS.

Adema: ‘houd CRISPR-Cas buiten biologische landbouw’

Minister Adema schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat verscheidene EU-lidstaten de lichte NGT-categorie 1 zonder beperkingen willen toestaan, ook in de biologische sector. Het kabinet wil de wens van de biologische sector honoreren om vrij te blijven van gentechnologie. Landbouwministers van andere EU-landen zijn tegen of terughoudend om NGT-categorie 1 zonder meer toe te staan.

De landbouwcommissie en de milieucommissie in het Europees Parlement hebben vergaderafspraken gemaakt om het voorstel zo snel mogelijk in behandeling te nemen. Doel is het voorstel voor de Europese verkiezingen (juni 2024) af te handelen. Milieucommissaris Sinkevicius heeft aangegeven dat er nog veel juridisch uitzoekwerk moet worden gedaan, voordat er een wetsvoorstel op tafel ligt. Vooral het loslaten van het voorzorgsbeginsel kan voor obstakels zorgen.

Kabinetsreactie op petitie gentech

Minister Kuipers heeft namens het kabinet gereageerd op de petitie ‘Houd ons voedsel gentech vrij’. Het kabinet laat in een brief weten dat er in het voorstel van de Europese Commissie al voldoende maatregelen opgenomen om de consument goed te informeren (over gentech in voedsel), zo meldt Biojournaal.

Roosmarijn Saat van de actiegroep Mijn eten mijn Keuze is het daar niet mee eens: “We zijn teleurgesteld in deze reactie van minister Ernst Kuipers. Je kan straks als consument in een register gaan opzoeken of er GMO in je eten zit. In de praktijk niet werkbaar. Ook de biologische sector wordt hiermee niet beschermd. Gentech kan nog steeds ongezien in producten terecht komen, ook in biologische. Met dit antwoord kunnen we dus niks. Het mag duidelijk zijn dat er veel op het spel staat en hiermee laat minister Kuipers mede namens minister Adema zien de gevolgen voor boeren en burgers niet serieus te nemen en keuzevrijheid niet te willen waarborgen. De tijd dringt en de zorgen die er leven in de samenleving worden niet gehoord. Tijd voor meer actie dus. Morgen staan we met een delegatie in Brussel en demonstreren we voor het behoud van keuzevrijheid!”

Oproep LTO: ‘stem tegen natuurherstelwet’

LTO roept het demissionaire kabinet en de nieuwe Tweede Kamer op om tegen de Europese natuurherstelwet te stemmen. In Vlaanderen worden de plaatselijke gevolgen van de wet eerst beter in kaart gebracht voordat besloten wordt over een ‘voor’ of ’tegen’. LTO stelt datzelfde pad voor in Nederland om te voorkomen dat op termijn pas echt de consequenties duidelijk worden van de wet. Eerder stemde Nederland nog tegen de (inmiddels aangepaste) wet.

LTO-portefeuillehouder Natuur, Klimaat & Energie Edwin Michiels: “De bindende middellange en lange termijndoelen in het akkoord zijn ongewijzigd gebleven. Het akkoord staat bol van afspraken en verplichtingen waarvan de juridische consequenties volstrekt onzeker zijn. Het merendeel van de impact van deze nieuwe wet zal in praktijk pas duidelijk worden als daar rechtszaken over worden gevoerd en er nieuwe jurisprudentie ontstaat. Bijvoorbeeld als het gaat om de verplichte vernatting van het veengronden: het is onduidelijk of het iconische Hollandse veenweidelandschap met koeien in de wei behouden kan blijven.” Zie ook de website van LTO.

Vertraging bij behandeling Lbv-plus aanvragen

Een deel van de aanvragers van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus) moet langer wachten op een beoordeling. De controlestappen die RVO uitvoert kosten in bepaalde gevallen meer tijd dan de 16 weken waar vanuit was gegaan. Deze vertraging kan oplopen tot ongeveer acht weken, meldt Nieuwe Oogst na contact met RVO.

Bij RVO zijn 281 aanvragen binnen gekomen voor de Lbv en 383 voor de Lbv-plus. Een groep van 186 boeren twijfelt tussen beide regelingen. De aanmeldtermijn voor  Lbv verstrijkt 1 december en voor Lbv-plus op 5 april 2024.