Onderzoek Louis Bolk Instituut: biologische landbouw goed voor biodiversiteit

Het Louis Bolk Instituut (LBI) heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de bijdrage van het biologische landbouw aan de biodiversiteit. In het rapport Biologisch èn natuurinclusief heeft een groep onderzoekers van LBI gekeken naar de bijdrage die de biologische landbouw levert. Daarmee wil LBI beleidsmakers en natuur- en landschapsorganisaties inzicht geven in hoe de sector kan bijdragen aan maatschappelijke opgaven in het landelijk gebied.

De biologische landbouw scoort met name goed in verminderen van negatieve impact op de natuur, bijvoorbeeld door veel beweiding en geen chemisch-synthetische gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken. Daarnaast draagt de biologische landbouw bij door de maatregelen die genomen worden gericht op het behoud van bodemvruchtbaarheid, zoals een ruime vruchtwisseling met rustgewassen als grasklaver te gebruiken. Ook het alleen maar werken met organische meststoffen pakt goed uit voor de biodiversiteit.

Onderzoeker Boki Luske licht toe licht toe waarom de de biologische landbouw een logisch vertrekpunt is voor herstel van biodiversiteit: “Met dit onderzoek laten we zien dat biologische boeren gemiddeld genomen veel doen voor de onder- en bovengrondse biodiversiteit. Dit is waardevolle informatie voor beleidsmakers en natuur- en landschapsorganisaties, die daarmee de biologische landbouw beter mee kunnen wegen als een oplossingsrichting voor maatschappelijke opgaven in het landelijk gebied. Het versnellingsspoor biologisch, dat als doel heeft om de biologische landbouw en consumptie te laten groeien in Nederland, kan dus hand in hand gaan met het verbeteren van biodiversiteit in ons land.”

In de volgende fase van het project worden verschillende biologische bedrijven begeleid met het doovoeren van nog meer natuurinclusieve maatregelen op hun bedrijf. De resultaten van dit onderzoek maken deel uit van het tweejarige project ‘Natuurinclusief en biologisch’, uitgevoerd door Bionext, Biohuis en het Louis Bolk Instituut. Het project wordt gefinancierd door het ministerie van LVVN.