De Dierenbescherming en Caring Farmers hebben in een onderzoek geconcludeerd dat de transitie naar een dierwaardige veehouderij meer welvaart en 2 miljard euro per jaar oplevert. Daarvoor is wel nodig dat diverse ministeries samenwerken en dat de begroting wordt herzien.
In het onderzoek ‘Maatschappelijke kosten-batenanalyse voor een dierwaardige veehouderij’ is onderzocht wat de impact op de brede welvaart (welvaart die verder gaat dan alleen financiële aspecten) kan zijn als we in Nederland kiezen voor een natuurinclusief en diervriendelijker voedselsysteem. De definitie die daarvoor is gehanteerd is een dierwaardige veehouderijsector, grondgebonden, circulair en opererend binnen de kaders voor stikstof, natuur en klimaat, water en bodem sturend, inclusief de doelstellingen uit het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) zoals die in 2023 geformuleerd zijn en passend binnen een eiwittransitie van 60% dierlijk naar 60% plantaardig.
Hiervoor zijn twee toekomstbeelden en transitiepaden met elkaar vergeleken: een gangbare veehouderij-scenario en een dierwaardige veehouderij-scenario. De kosten-batenanalyse laat zien dat de dierwaardige veehouderij mogelijk, haalbaar en betaalbaar is. Een transitie daar naartoe in 15 tot 20 jaar zou positief uitpakken voor de brede welvaart en het bruto binnenlands product. De uitkomsten zijn samengevat:
A. Een keuze voor dierwaardige veehouderij in Nederland is een keuze voor:
1) meer boeren en beter beloonde boeren;
2) langer en gezonder leven;
3) een betere basiskwaliteit van de natuur;
4) een effectieve en economisch efficiënte strategie om te komen tot herstel van biodiversiteit en de realisatie van de NPLG-doelen
B. De keuze voor dierwaardige veehouderij biedt een oplossing voor de natuur- en stikstofcrisis en is goed voor het klimaat en de volksgezondheid.
C. Het maatschappelijk rendement (brede welvaart) op de investeringen die volgens de provinciale besturen in Nederland nodig zijn voor de transformatie van de Nederlandse
veehouderij, akkerbouw en tuinbouw om de NPLG-doelen voor 2040 te behalen (€ 58 miljard), is met 2% relatief laag. Dit rendement kan aanmerkelijk verhoogd worden tot 7% als tegelijkertijd geïnvesteerd wordt (plus € 22 miljard) in:
1) een transitie naar dierwaardige veehouderij;
2) beëindiging van de import van veevoer;
3) beloning voor ecodiensten van boeren;
4) meer verkoop via korte ketens;
5) gezondere eetgewoontes (eiwittransitie).