De twaalf provincies, verenigd in het Interprovinciaal Overleg (IPO) hebben een plan gemaakt met de terrein beherende organisaties om de natuur te verbeteren. Dit meldt Nieuwe Oogst. Daarmee moet ook de vergunningverlening op gang komen. Hierin is een belangrijke rol voor agrarisch natuurbeheer (ANLb). Het plan, genaamd Bouwsteendocument Natuur, richt zich op vier sporen:
– geborgd natuurbeheer;
– geborgd natuurherstel;
– agrarisch natuurbeheer als verbinding tussen landbouw en natuur;
– borging, professionalisering en monitoring.
De provincies en de terrein beherende organisaties (LandschappenNL, Natuurmonumenten, de Unie van Bosgroepen en Federatie Particulier Grondbezit) zien een belangrijke rol voor de landbouw in natuur- en landschapsbeheer. Ook kan de landbouw zorgen voor een betere verbinding tussen natuur en landbouwgrond. De opstellers van het plan vragen dan ook om langjarige financiering vanuit de landelijke overheid. De inzet van boeren is nodig in Natura 2000-gebieden maar ook daaromheen. In de gebieden eromheen komt agrarisch gebruik op grote schaal voor.
De extra investeringen moeten wel worden gekoppeld aan heldere doelen in het natuurbeheerplan. De inzet wordt gemonitord en de plannen zullen onafhankelijk worden getoetst. Indien het ANLb onvoldoende bijdraagt aan de integrale opgaven, kan hierin worden bijgestuurd. Dit gebeurt eventueel door opschaling of, in het uiterste geval, intrekken van subsidies. Dat is een bestaande afspraak binnen het huidige stelsel.