Het kabinet heeft de eerste stappen voor de aanpak van het stikstofprobleem gepresenteerd waarna in de Kamer over de plannen werd gedebatteerd. Met uitzondering van de BBB waren partijen kritisch over het ‘startpakket’, zoals premier Schoof het verwoordde. Tegenover de NOS verklaarde hij dat het probleem complexer is dan hij aanvankelijk dacht: “Maar er was een weerbarstige werkelijkheid, het was veel ingewikkelder dan ik had gedacht. Het is al jarenlang een groot probleem.”
Het plan omvat een vrijwillige stoppers- of verplaatsingsregeling. Hiervoor is 2,2 miljard euro beschikbaar: naast de 600 miljoen die al was vrijgemaakt in de Voorjaarsnota wordt aanvullend 1,6 miljard uit gereserveerde middelen uit het Hoofdlijnenakkoord. In de natuurgebieden Veluwe en De Peel wordt als eerste een gebiedsgerichte aanpak toegepast in overleg met de betrokken provincies. Het kabinet wil het vergunningstelsel aanpassen en de ondergrens voor stikstofemissie verhogen. Voor de ontwikkeling van doelsturing is 200 miljoen beschikbaar.
Een vrijwillige extensiveringsregeling voor de melkveehouderij moet helpen om de druk op de mestmarkt te verlichten en de doelen rond klimaat en ammoniak te halen. In deze regeling reduceren melkveehouders het aantal melkkoeien. Hiervoor is 627 miljoen beschikbaar. Voor boeren die willen stoppen omdat er geen opvolger is, is 750 miljoen beschikbaar.