Nieuwe Oogst besteedde deze week aandacht aan een van de biologische melkveehouders van het eerste uur: Cees en Leonie van Roessel in Udenhout (Brabant). Voor de 40e keer ontvingen ze het Skal-certificaat. Ruim veertig jaar geleden gooide hij het over een andere boeg toen hij zag dat er een overschot aan aanbodzijde was en er steeds meer bestrijdingsmiddelen werden ingezet zonder na te denken over de gevolgen. In de beginjaren was er nog veel twijfel of een succesvolle biologische bedrijfsvoering wel mogelijk was.
Op Wikimiddenbrabant is te lezen dat de eerste jaren ene zoektocht waren naar de juiste aanpak: ‘We moesten niet alleen ons handelen, maar ook ons denken veranderen. Zo zaaiden we het eerste jaar de maïs in dezelfde tijd als normaal, maar dan zonder de kunstmatige hulpmiddelen. Dat was niet zo’n succes, we moesten de datum van zaaien aanpassen aan de groeitijd en het klimaat. In het begin was het echt een ontdekkingstocht, we moesten nu luisteren naar de natuur, terwijl we die voorheen beïnvloedden. Er was nog maar weinig informatie. We hebben veel gehad aan onze ouders, die het ook zonder alle kunstmatige ingrepen deden. Verder volgden we onze eigen intuïtie. Dat waren wel moeilijke jaren,’ zo vertelt Cees van Roessel.
Inmiddels staat er een gezond melkveebedrijf, dat gerund wordt door zoon Guus, met 120 koeien en een gemiddelde melkproductie van 9.000 kilo.