Het Louis Bolk Instituut heeft onderzoek gedaan naar de ammoniakemissie bij 23 melkveebedrijven verspreid over Nederland. Het doel was om te onderzoeken hoe metingen van voer, melk, en mestkwaliteit gebruikt kunnen worden als voorspeller van de bedrijfsspecifieke ammoniakemissie. Via pluimmetingen, benedenwinds van het bedrijf, werd vier keer per jaar de ammoniakemissie van de bedrijven gemeten. De metingen werden aan het einde van het stalseizoen uitgevoerd om de emissie in de stalperiode zo goed mogelijk te benaderen. De metingen binnen een bedrijf hadden een lagere variatie dan tussen de verschillende bedrijven. Daarmee geven ze een betrouwbaar beeld van de emissie op dat moment en zijn de data geschikt om verschillen tussen bedrijven te bepalen. Of deze pluimmetingen representatief zijn voor de stalemissie is afhankelijk van het management van de dag, zoals mestmixen of de mate van ventilatie. Management en stalfactoren hadden in bepaalde gevallen waarschijnlijk een sterke invloed op de emissie op dagniveau. Dit beïnvloedde de representativiteit van de pluimmetingen voor de hele stalperiode. Pas bij metingen op meerdere dagen maken metingen representatief, volgens de onderzoekers.
Deze studie geeft een eerste basis voor een meer bedrijfsspecifieke benadering van ammoniakemissies. Het doel is om modellen te ontwikkelen die de werkelijke ammoniakemissie beter benaderen
door rekening te houden met de variatie in voer- en mestkwaliteit. Hiervoor zijn meer en herhaalde ammoniakemissiemetingen nodig waarmee verbanden met bedrijfsdata en -management beter gelegd kunnen worden.