De vijf gemeenten met de meeste aanmeldingen voor de uitkoopregelingen voor veehouders (Lbv en Lbv Plus) vrezen dat velen daarvan alsnog afhaken. Dat meldt de NOS op basis van een rondgang bij deze gemeenten. Veehouders die aan de regeling meedoen, moeten hun dieren afvoeren, de stallen slopen en 85% van hun stikstofrechten inleveren. Dat betekent dat een eventuele nieuwe bedrijfsactiviteit maximaal 15% van de bestaande rechten mag bedragen. De uitspraak van de Raad van State over projecten met een negatief effect op de natuur, levert de nodige onzekerheid op over toekomstige bedrijfsactiviteiten voor stoppende boeren.
Wethouders Jan Pieter van der Schans van de gemeente Ede vreest veel afhakers dor de onzekerheid over de vergunningverlening: “We weten uit het verleden dat onzekerheid over het toekomstperspectief leidt tot afhakers. Veehouders weten wat ze nu hebben, maar niet wat ze ervoor terug kunnen krijgen. Nadat ze een aanbod voor uitkoop hebben ontvangen, is er nog een half jaar om te beslissen of ze dat accepteren, maar in deze onzekerheid kunnen ze geen keuze maken.” De gemeenten Nederweert, Venray en Barneveld geven vergelijkbare reacties.
Het ministerie werkt met provincies aan een handreiking om te onderbouwen dat de resterende 15 procent stikstofruimteĀ mag worden ingezet voor nieuwe activiteiten. Ook onderzoekt het of het mogelijk is om de uitkoopregelingen aan te passen. Gekeken wordt naar een verlenging van de termijn waar binnen dieren en mest moeten worden afgevoerd.