Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft onderzoek gedaan naar armoede bij agrarische huishoudens. Daaruit bleek dat in 2022 0,7% van de agrarische huishoudens ‘arm’ was. Daarmee waren ze minder vaak arm dan een gemiddeld huishouden (4%) en huishoudens van zelfstandig ondernemers (3,3%). In voorgaande jaren was dat beeld niet ingrijpend anders. Het CBS heeft met het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) een nieuwe armoedemethodiek ontwikkeld waarmee kan worden bepaald wanneer sprake is van armoede. In het onderzoek is geen opsplitsing gemaakt naar agrarische sectoren.
Van de 56.000 agrarische huishoudens waren 400 huishoudens arm. Daarvan was 0,1% gedurende de laatste drie jaar arm. In vergelijking met een gemiddeld huishouden (1,5%) en huishoudens van zelfstandig ondernemers (0,9%) komt langdurige armoede bij agrarische huishoudens minder vaak voor.
Gemiddeld hadden agrarische huishoudens in 2022 een besteedbaar inkomen van Є 88.200. Daarmee hoorden de agrarische huishoudens tot de 20% meest verdienende inkomensgroep. Een gemiddeld huishouden had Є 51.200 te besteden en een huishouden van zelfstandige ondernemers Є 71.800. Van het inkomen van agrarische huishoudens kwam 64% uit het bedrijf. Daarnaast werd 27% verdiend met wek in loondienst en 9% met uitkeringen en pensioen.